ECLI:NL:CRVB:2014:3655
Centrale Raad van Beroep
- Tussenuitspraak bestuurlijke lus
- R.E. Bakker
- E.W. Akkerman
- L.J.A. Damen
- Rechtspraak.nl
Tussenuitspraak over de weigering van een WAO-uitkering en de medische grondslag daarvan
In deze tussenuitspraak van de Centrale Raad van Beroep, gedateerd 24 oktober 2014, wordt de weigering van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv) om aan appellante een WAO-uitkering toe te kennen, beoordeeld. Appellante had in 2010 bezwaar gemaakt tegen de beslissing van het Uwv om haar met ingang van 20 september 2004 minder dan 15% arbeidsongeschikt te achten. De Raad constateert dat diverse artsen, waaronder een neuroloog en een radioloog, van mening zijn dat de medische afwijkingen die in 2011 bij appellante zijn vastgesteld, ook al in 2008 aanwezig waren. Dit roept vragen op over de medische grondslag van het besluit van het Uwv.
De Raad oordeelt dat het bestreden besluit onvoldoende gemotiveerd is en een deugdelijke medische basis ontbeert. De Raad draagt het Uwv op om het gebrek in het besluit te herstellen, zodat er een finale beslechting van het geschil kan plaatsvinden. De uitspraak benadrukt het belang van een zorgvuldige medische beoordeling en de noodzaak voor het Uwv om de relevante medische informatie in acht te nemen bij het vaststellen van de arbeidsongeschiktheid van appellante.
De uitspraak is gedaan in een meervoudige kamer, waarbij de Raad de procedure en de argumenten van beide partijen zorgvuldig heeft gewogen. De Raad heeft de zitting op 9 mei 2014 gehouden, waar appellante en haar gemachtigde aanwezig waren, terwijl het Uwv zich niet heeft laten vertegenwoordigen. De uitspraak is openbaar uitgesproken en ondertekend door de voorzitter en de griffier.