ECLI:NL:CRVB:2014:3566
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Opschorting en intrekking van bijstand wegens niet-overlegging van gegevens en terugvordering na schadevergoeding voor gederfde inkomsten
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 28 oktober 2014 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Noord-Nederland. De appellant, een visserman, had bijstand ontvangen op basis van de Wet werk en bijstand (WWB) maar had niet alle gevraagde gegevens overgelegd aan het college van burgemeester en wethouders van De Marne. Dit leidde tot opschorting en intrekking van zijn bijstandsuitkering. De appellant had in juni 2012 een schadevergoeding ontvangen van het Sociaal Fonds voor de Maatschapsvisserij UA (SFM) voor gederfde inkomsten, maar het college was van mening dat deze informatie cruciaal was voor de beoordeling van zijn recht op bijstand. De rechtbank had het beroep van de appellant tegen de besluiten van het college niet-ontvankelijk verklaard, maar de Raad oordeelde dat de rechtbank dit ten onrechte had gedaan. De Raad bevestigde dat het college bevoegd was om de bijstand op te schorten en in te trekken, omdat de appellant niet had voldaan aan de verzoeken om informatie. De Raad oordeelde ook dat de terugvordering van de bijstandsuitkering terecht was, omdat de appellant achteraf beschikte over inkomen dat betrekking had op de te beoordelen perioden. De Raad vernietigde de uitspraak van de rechtbank voor zover deze het beroep tegen de besluiten van 27 maart 2013 niet-ontvankelijk verklaarde, maar verklaarde de beroepen tegen deze besluiten ongegrond. De Raad bevestigde de overige delen van de uitspraak van de rechtbank en wees het verzoek om schadevergoeding af. Tevens werd het college veroordeeld in de proceskosten van de appellant tot een bedrag van € 974,-.