ECLI:NL:CRVB:2014:3494

Centrale Raad van Beroep

Datum uitspraak
28 oktober 2014
Publicatiedatum
29 oktober 2014
Zaaknummer
14-3462 WWB-VV-R
Instantie
Centrale Raad van Beroep
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Socialezekerheidsrecht
Procedures
  • Voorlopige voorziening+bodemzaak
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Rectificatie van uitspraak voorzieningenrechter inzake reiskostenvergoeding

Op 28 oktober 2014 heeft de Centrale Raad van Beroep uitspraak gedaan in een zaak waarin de voorzieningenrechter van de Raad een eerdere uitspraak van 29 juli 2014 rectificeerde. De rectificatie volgde op een brief van mr. R.A.H. van Huijgevoort, waarin werd gewezen op een kennelijke fout in de eerdere beslissing. De voorzieningenrechter had vastgesteld dat de door verzoekster gemaakte reiskosten van € 24,20 voor het bijwonen van de zitting ten onrechte niet waren meegenomen in de berekening van de proceskosten.

In de rectificatie werd de vergissing hersteld door de reiskosten expliciet te vermelden in de rechtsoverwegingen. Tevens werd de beslissing op het punt van de proceskosten aangepast, waarbij het college werd veroordeeld tot een bedrag van € 1.972,20 aan proceskosten voor verzoekster. De gerectificeerde uitspraak zou worden gepubliceerd op rechtspraak.nl, terwijl de oorspronkelijke uitspraak daaruit zou worden verwijderd.

De uitspraak tot rectificatie werd gedaan door C. van Viegen, met M.R. Schuurman als griffier. De beslissing werd in het openbaar uitgesproken, en de rectificatie was noodzakelijk om de juiste proceskostenvergoeding aan verzoekster te waarborgen. Deze zaak benadrukt het belang van zorgvuldigheid in de besluitvorming en de mogelijkheid tot rectificatie bij fouten in eerdere uitspraken.

Uitspraak

14/3462 WWB-VV-R, 14/2378 WWB-R
Centrale Raad van Beroep
Voorzieningenrechter
Uitspraak tot rectificatie van de uitspraak van de voorzieningenrechter van de Raad van 29 juli 2014, 14/3462 WWB-VV en 14/2378 WWB
Partijen:
[Verzoekster]te [woonplaats] (verzoekster)
het college van burgemeester en wethouders van Tilburg (college)
PROCESVERLOOP
De voorzieningenrechter van de Raad heeft, naar aanleiding van de brief van
mr. R.A.H. van Huijgevoort van 4 augustus 2014,vastgesteld dat zijn uitspraak van
29 juli 2014 een kennelijke fout in de beslissing bevat en daarin aanleiding gezien het college in de gelegenheid te stellen zich schriftelijk uit te laten over een rectificatie van de uitspraak.
Het college heeft van die gelegenheid geen gebruik gemaakt.

OVERWEGINGEN

1. De voorzieningenrechter van de Raad heeft vastgesteld dat in de overweging van de uitspraak ten onrechte de door verzoekster gemaakte reiskosten ten bedrage van € 24,20 ten behoeve van het bijwonen van de zitting niet in de berekening zijn meegenomen.
2. De voorzieningenrechter van de Raad zal de onder 1 vermelde vergissing herstellen op de in het dictum aangegeven wijze.
3. Aan deze uitspraak tot rectificatie is een gerectificeerd exemplaar van de oorspronkelijke uitspraak gehecht. De gerectificeerde uitspraak zal worden gepubliceerd op rechtspraak.nl en de oorspronkelijke uitspraak zal daaruit worden verwijderd. Het ECLI-nummer van de gerectificeerde uitspraak zal gelijk zijn aan dat van de oorspronkelijke uitspraak.

BESLISSING

De voorzieningenrechter van de Centrale Raad van Beroep rectificeert zijn uitspraak van
29 juli 2014, 14/3462 WWB-VV en 14/ 2378 WWB, als volgt:
Aan de rechtsoverweging 5 wordt toegevoegd “wat betreft verleende rechtsbijstand en op
€ 24,20 voor gemaakte reiskosten.”.
De beslissing wordt op het punt van de proceskosten gewijzigd in:
“- veroordeelt het college in de proceskosten van verzoekster tot een bedrag van € 1.972,20;”.
Deze uitspraak is gedaan door C. van Viegen, in tegenwoordigheid van M.R. Schuurman als griffier. De beslissing is uitgesproken in het openbaar op 28 oktober 2014.
(getekend) C. van Viegen
(getekend) M.R. Schuurman

HD