ECLI:NL:CRVB:2014:348
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- N.J. van Vulpen-Grootjans
- E.J.M. Heijs
- C.H. Bangma
- Rechtspraak.nl
Ontslag wegens onbekwaamheid of ongeschiktheid bij de Minister van Infrastructuur en Milieu
In deze zaak gaat het om het hoger beroep van appellant tegen de uitspraak van de rechtbank ‘s-Gravenhage, waarin het beroep tegen het ontslag van appellant door de Minister van Infrastructuur en Milieu ongegrond werd verklaard. Appellant, geboren in 1951, was sinds 1972 in dienst van het ministerie van VROM en vervulde laatstelijk de functie van medewerker Administratieve Organisatie. In de jaren 2006, 2008 en 2009 zijn er beoordelingen van zijn functioneren opgemaakt, waartegen appellant geen bezwaar heeft gemaakt. In april 2010 verleende de minister appellant ontslag wegens onbekwaamheid of ongeschiktheid, anders dan op grond van ziels- of lichaamsgebreken. Dit besluit werd in oktober 2010 door de minister bevestigd, waarna appellant in beroep ging.
De Centrale Raad van Beroep oordeelt dat er geen wettelijke verplichting was voor de minister om een herplaatsingsonderzoek te doen voordat het ontslag werd verleend. De Raad erkent echter dat de langdurige dienstverband en de leeftijd van appellant bijzondere omstandigheden zijn die de minister zouden kunnen verplichten tot herplaatsingspogingen. De Raad concludeert dat de minister voldoende inspanningen heeft geleverd om appellant aan ander werk te helpen, hoewel sommige aanbiedingen te vroeg kwamen of pas na het ontslag. De Raad bevestigt dat de minister bevoegd was om het ontslag te verlenen en dat het hoger beroep van appellant niet slaagt.
De uitspraak van de rechtbank wordt bevestigd, en er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan door een meervoudige kamer van de Centrale Raad van Beroep en is openbaar uitgesproken op 6 februari 2014.