Uitspraak
drs. J.D. Reijnen-de Jager, werkzaam als arts bij Argonaut, ingediend.
OVERWEGINGEN
29 oktober 2012 onder meer overwogen dat appellante gezien haar psychiatrische problematiek niet in staat is om zelfstandig per trein te reizen. Appellante huurt bij het reizen per trein een begeleider in die dan weer naar huis moet reizen. Argonaut hoeft er in haar beoordeling geen rekening mee te houden of iemand over eigen begeleiding kan beschikken. Argonaut dient enkel te toetsen of iemand medisch en ergonomisch gezien in staat moet worden geacht om met de trein te reizen. De indicatiesteller heeft naar zijn mening terecht vastgesteld dat er weliswaar chronisch toetsbare persoonsgebonden medische beperkingen zijn, maar deze maken het reizen per trein niet onmogelijk. Daarnaast is niet gebleken dat bijzondere omstandigheden nopen tot afwijking van de in het Protocol inzake de afhandeling van indicatie aanvragen hoog persoonlijk kilometerbudget Bovenregionaal Vervoer Gehandicapten, versie 1 oktober 2007, (Protocol) vastgelegde criteria.
9 juli 2012 hetzelfde is beoogd als met twee eerdere aanvragen van 27 januari 2009 en
drs. Reijnen-de Jager. In haar rapport van 26 september 2013 heeft zij geoordeeld dat het voorstelbaar is dat de klachten van vermoeidheid, concentratieproblemen en slaperigheid als gevolg van het OSAS maken dat appellante niet alleen kan reizen. Voorts is geoordeeld dat appellante dit kan oplossen door het meenemen van een begeleider bij het reizen. Zij is zelf verantwoordelijk voor het regelen van een begeleider bij het reizen indien zij dit wenst of indien dit noodzakelijk is. Verder heeft Argonaut naar voren gebracht dat de voorziening in de vorm van AOV een voorziening is op grond van een andere wettelijke regeling, waarvoor andere voorwaarden gelden.
8 augustus 2012 terecht ongegrond heeft verklaard. Daaruit vloeit voort dat de Raad het beroep tegen het bestreden besluit ongegrond zal verklaren.
€ 25,52.
BESLISSING
- vernietigt de aangevallen uitspraak;
- verklaart het beroep tegen het besluit van 7 november 2012 ongegrond;
- bepaalt dat Argonaut het in hoger beroep betaalde griffierecht van € 118,- aan appellante vergoedt;
- veroordeelt Argonaut in de reiskosten van appellante in hoger beroep tot een bedrag van