ECLI:NL:CRVB:2014:3396
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- J.J.T. van den Corput
- E.W. Akkerman
- B.J. van der Net
- Rechtspraak.nl
Beëindiging van ZW-uitkering en verzoek om terug te komen van eerder besluit
In deze zaak gaat het om de beëindiging van de Ziektewet (ZW)-uitkering van appellant, die zich op 11 augustus 2003 ziek meldde terwijl hij een uitkering op basis van de Werkloosheidswet (WW) ontving. Het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv) beëindigde de ZW-uitkering per 22 september 2003, maar appellant heeft hiertegen geen rechtsmiddelen aangewend. In 2007 meldde appellant zich opnieuw ziek en ontving hij een ZW-uitkering, die ook weer werd beëindigd. Appellant verzocht het Uwv in 2009 om terug te komen van het besluit van 29 augustus 2007, maar dit verzoek werd afgewezen. De rechtbank heeft in eerdere uitspraken het beroep van appellant tegen de afwijzing van het Uwv ongegrond verklaard, waarbij de rechtbank oordeelde dat er geen nieuwe feiten of omstandigheden waren die een heroverweging van het besluit rechtvaardigden.
In hoger beroep heeft de Centrale Raad van Beroep de eerdere uitspraken van de rechtbank bevestigd. De Raad oordeelde dat het Uwv terecht had geoordeeld dat er geen nieuw gebleken feiten of veranderde omstandigheden waren die aanleiding gaven om terug te komen op het besluit van 22 september 2003. De rapporten van medische deskundigen die appellant aanvoerde, waren gebaseerd op eerder bekende gegevens en konden daarom niet als nieuw feit worden aangemerkt. De Raad concludeerde dat de rechtbank de eerdere uitspraken terecht ongegrond had verklaard en dat er geen aanleiding was voor een proceskostenveroordeling.