ECLI:NL:CRVB:2014:3378
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- J.W. Schuttel
- J.J.T. van den Corput
- R.E. Bakker
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek om schadevergoeding WAZ-uitkering wegens niet tijdig beslissen door Uwv
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 17 oktober 2014 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Alkmaar. De appellant, die een aanvraag voor een WAZ-uitkering had ingediend, verzocht om schadevergoeding wegens het uitblijven van een besluit op zijn aanvraag. De Raad oordeelde dat de appellant onvoldoende aannemelijk had gemaakt dat de door hem gestelde schade, die voortvloeide uit het verlies van marktvergunningen en het faillissement van zijn onderneming, het gevolg was van de vertraagde besluitvorming door het Uwv. De Raad heeft aansluiting gezocht bij het civielrechtelijk schadevergoedingsrecht en vastgesteld dat de onrechtmatigheid van de besluiten van het Uwv niet automatisch leidt tot schadevergoeding. De rechtbank had eerder al geoordeeld dat de vordering van de appellant niet was verjaard, maar dat de appellant niet had aangetoond dat hij inkomensschade had geleden door de trage besluitvorming. De Raad bevestigde deze overwegingen en oordeelde dat de appellant geen recht had op vergoeding van immateriële schade, omdat hij geen bewijs had geleverd van geestelijk letsel als gevolg van de onrechtmatige besluiten. De uitspraak van de rechtbank werd bevestigd, en er werd geen proceskostenveroordeling opgelegd.