ECLI:NL:CRVB:2014:3317
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Afwijzing aanvraag bijzondere bijstand voor huur en energiekosten tijdens verblijf in GGZ-kliniek
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 30 september 2014 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Dordrecht. De appellant, die sinds april 2011 in een GGZ-kliniek verbleef, had een aanvraag ingediend voor bijzondere bijstand om de huur en energiekosten van zijn woning door te betalen tijdens zijn verblijf. De aanvraag werd afgewezen door het Drechtstedenbestuur, omdat de moeder van de appellant deze kosten rechtstreeks aan de verhuurder en energieleverancier betaalde. De Raad oordeelde dat de kosten waarvoor bijzondere bijstand was aangevraagd zich feitelijk niet voordeden voor de appellant, aangezien zijn moeder de betalingen deed. De rechtbank had het beroep tegen het bestreden besluit ongegrond verklaard, en de appellant ging in hoger beroep, stellende dat de betalingen van zijn moeder als een lening moesten worden beschouwd. De Raad bevestigde echter dat de kosten niet voor de appellant bestonden, en dat de betalingen van zijn moeder niet relevant waren voor de toekenning van bijstand. De uitspraak van de rechtbank werd bevestigd, en er werd geen aanleiding gezien voor een veroordeling in de proceskosten.