ECLI:NL:CRVB:2014:3302
Centrale Raad van Beroep
- Tussenuitspraak bestuurlijke lus
- Rechtspraak.nl
Tussenuitspraak over de weigering van een WIA-uitkering en de beoordeling van emolumenten in natura
Op 10 oktober 2014 deed de Centrale Raad van Beroep uitspraak in een hoger beroep tegen een beslissing van de rechtbank Arnhem. De zaak betreft de weigering van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv) om aan appellante een WIA-uitkering toe te kennen, omdat zij voor minder dan 35% arbeidsongeschikt werd geacht. Appellante stelde dat zij emolumenten in natura ontving van haar werkgever, een VOF, en dat deze meegenomen moesten worden in de beoordeling van haar arbeidsongeschiktheid.
De rechtbank had het beroep van appellante ongegrond verklaard, omdat zij niet aannemelijk had gemaakt dat zij deze emolumenten genoot. In hoger beroep heeft appellante echter bewijsstukken overgelegd, waaronder correspondentie van de advocaat van de VOF, waaruit blijkt dat zij kost en inwoning ontving en haar paarden mocht stallen. Het Uwv betwistte dit, stellende dat de emolumenten niet als inkomen waren opgegeven en niet in de arbeidsovereenkomst stonden.
Tijdens de zitting op 6 juni 2014 heeft appellante verklaard dat de situatie met betrekking tot de emolumenten was veranderd na een wijziging in de VOF, waardoor zij op het bedrijf ging wonen en maaltijden ontving. De Raad oordeelde dat appellante voldoende aannemelijk had gemaakt dat zij emolumenten in natura ontving. Het Uwv had de voorbereiding van het bestreden besluit als onzorgvuldig en onvoldoende beoordeeld.
De Raad heeft het Uwv opgedragen om binnen zes weken het gebrek in het bestreden besluit te herstellen, met inachtneming van de overwegingen in deze uitspraak. De uitspraak is openbaar gedaan op 10 oktober 2014.