ECLI:NL:CRVB:2014:3247
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- R.H.M. Roelofs
- Y.J. Klik
- F. Hoogendijk
- Rechtspraak.nl
Intrekking van bijstand wegens schending van de inlichtingenverplichting
In deze zaak gaat het om de intrekking van de bijstandsverlening aan appellant op grond van de Wet werk en bijstand (WWB). Appellant ontving sinds 22 juni 2011 bijstand, maar na een melding dat zijn woning werd onderverhuurd, heeft de Sociale Recherche Flevoland een onderzoek ingesteld. Dit onderzoek leidde tot de conclusie dat appellant in strijd met zijn inlichtingenverplichting een onjuiste opgave van zijn woonadres had gedaan. Op basis van de onderzoeksresultaten heeft het college van burgemeester en wethouders van Urk besloten om de bijstand van appellant met ingang van 1 februari 2012 in te trekken en de gemaakte kosten van bijstand terug te vorderen.
De voorzieningenrechter van de rechtbank Midden-Nederland verklaarde het beroep van appellant ongegrond. In hoger beroep heeft appellant zich tegen deze uitspraak gekeerd. De Centrale Raad van Beroep heeft de feiten en omstandigheden van de zaak opnieuw beoordeeld. De Raad concludeert dat de onderzoeksbevindingen voldoende grondslag bieden voor de conclusie dat appellant niet op het uitkeringsadres woonde en dat hij zijn inlichtingenverplichting heeft geschonden. De Raad bevestigt dat het college bevoegd was om de bijstand in te trekken.
De Raad oordeelt dat de kantonrechter in een eerder kort geding niet heeft geoordeeld over de hoofdverblijfplaats van appellant, maar enkel over die van zijn dochter. Dit is niet relevant voor de beoordeling in het onderhavige hoger beroep. De Raad komt tot de conclusie dat het hoger beroep van appellant niet slaagt en bevestigt de aangevallen uitspraak. Er is geen aanleiding voor een veroordeling in de proceskosten.