ECLI:NL:CRVB:2014:3239
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Opschorting en intrekking van bijstand op basis van niet verstrekte informatie over letselschade
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 23 september 2014 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Alkmaar. De appellant ontving bijstand op grond van de Wet werk en bijstand (WWB) maar heeft niet alle door het college gevraagde gegevens en informatie verstrekt. Het college had appellant uitgenodigd om bewijsstukken over een letselschadezaak te overleggen, maar tijdens een gesprek op 29 maart 2011 heeft hij niet de volledige informatie ingeleverd. Dit leidde tot opschorting van de bijstand per die datum.
Het college heeft appellant de gelegenheid gegeven om het verzuim te herstellen, maar hij heeft niet binnen de gestelde termijn de gevraagde gegevens over de letselschade en zijn financiële situatie overgelegd. Bij besluit van 21 april 2011 heeft het college de bijstand van appellant ingetrokken, omdat hij niet had voldaan aan de informatieverplichting. De rechtbank heeft de bezwaren van appellant tegen deze besluiten ongegrond verklaard, waarop appellant in hoger beroep ging.
De Centrale Raad van Beroep oordeelde dat het college bevoegd was om de bijstand op te schorten en in te trekken, omdat appellant niet aannemelijk had gemaakt dat het niet volledig overleggen van de gevraagde gegevens hem niet kon worden verweten. De Raad bevestigde de eerdere uitspraak van de rechtbank en oordeelde dat het college in redelijkheid van zijn bevoegdheid gebruik heeft kunnen maken. De uitspraak benadrukt het belang van het verstrekken van relevante informatie voor de verlening van bijstand en de verantwoordelijkheden van de aanvrager.