ECLI:NL:CRVB:2014:3223
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- M.M. van der Kade
- E.E.V. Lenos
- C.W.J. Schoor
- Rechtspraak.nl
Recht op loongerelateerde WGA-uitkering en beoordeling arbeidsongeschiktheid
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 3 oktober 2014 uitspraak gedaan in hoger beroep over de toekenning van een loongerelateerde WGA-uitkering aan appellante, die zich op 7 december 2009 ziek meldde met psychische en lichamelijke klachten. De Raad oordeelde dat de rechtbank ten onrechte het beroep tegen het bestreden besluit van het Uwv niet-ontvankelijk had verklaard. Appellante had procesbelang bij de beoordeling van haar arbeidsongeschiktheid, omdat het van belang was vast te stellen of zij recht had op een uitkering op basis van een mate van arbeidsongeschiktheid van 80% of meer.
De Raad heeft vastgesteld dat het Uwv bij besluit van 6 oktober 2011 had bepaald dat appellante 49% arbeidsongeschikt was, en dat dit besluit in bezwaar was gehandhaafd met een vaststelling van ongeveer 57% arbeidsongeschiktheid. De Raad heeft geoordeeld dat er voldoende medische en arbeidskundige grondslag was voor de beoordeling van de arbeidsongeschiktheid en dat appellante in staat was om de geselecteerde functies te vervullen. De Raad heeft de aangevallen uitspraak van de rechtbank vernietigd en het beroep tegen het bestreden besluit ongegrond verklaard.
Daarnaast heeft de Raad de proceskosten van appellante vergoed en het Uwv veroordeeld tot betaling van deze kosten. De uitspraak bevestigt de eerdere beslissing van de rechtbank met betrekking tot de vervolguitkering, waarbij de hoogte van de uitkering was gebaseerd op de arbeidsongeschiktheidsklasse van 55 tot 65%.