ECLI:NL:CRVB:2014:3220
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- R. Kooper
- J.J.A. Kooijman
- B.J. van de Griend
- Rechtspraak.nl
Ontslag wegens ongeschiktheid van ambtenaar na verbetertraject
In deze zaak gaat het om het hoger beroep van een ambtenaar die door het college van burgemeester en wethouders van Goirle is ontslagen wegens ongeschiktheid. De appellant, die sinds 17 september 2007 op detacheringsbasis werkzaam was, werd in maart 2009 in dienst genomen na een assessment dat ontwikkelpunten aan het licht bracht. Gedurende zijn dienstverband vonden meerdere beoordelingsgesprekken plaats, waaruit bleek dat de appellant niet naar verwachting functioneerde. Ondanks de geboden verbeterkansen, waaronder een opleidings- en coachingstraject, bleef de appellant achter in zijn ontwikkeling. Het college besloot uiteindelijk om hem met ingang van 13 augustus 2011 eervol ontslag te verlenen wegens onbekwaamheid of ongeschiktheid.
De rechtbank verklaarde het beroep van de appellant tegen dit ontslag ongegrond, en oordeelde dat het college in redelijkheid van zijn ontslagbevoegdheid gebruik had kunnen maken. De appellant ging in hoger beroep, waarbij hij zijn zienswijze herhaalde en stelde dat hij niet ongeschikt was, omdat hij niet slechter functioneerde dan bij aanvang van zijn aanstelling. De Centrale Raad van Beroep bevestigde echter de uitspraak van de rechtbank, en oordeelde dat de appellant voldoende kansen had gekregen om zijn functioneren te verbeteren, maar dat hij hierin niet was geslaagd. De Raad wees erop dat de verwachtingen van het college bij de aanstelling niet betekenden dat ontslag wegens ongeschiktheid niet mogelijk was.
De uitspraak werd gedaan door een meervoudige kamer van de Centrale Raad van Beroep, en de beslissing werd openbaar uitgesproken op 2 oktober 2014. De Raad concludeerde dat er geen aanleiding was voor een veroordeling in de proceskosten.