ECLI:NL:CRVB:2014:3176
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Bijzondere bijstand voor de meerkosten van een lactose- en glutenvrij dieet
In deze zaak gaat het om de aanvraag van appellante voor bijzondere bijstand op grond van de Wet werk en bijstand (WWB) voor de extra kosten van een gluten- en lactosevrij dieet in 2012. Appellante ontving eerder bijzondere bijstand voor dieetkosten, maar het college van burgemeester en wethouders van Rotterdam heeft haar aanvraag voor 2012 afgewezen. De rechtbank Rotterdam heeft in een eerdere uitspraak het college in de gelegenheid gesteld om het besluit te herstellen, maar uiteindelijk is het beroep van appellante tegen het bestreden besluit niet-ontvankelijk verklaard en het beroep tegen het nader besluit ongegrond verklaard.
Appellante heeft in hoger beroep gesteld dat de bijzondere bijstand voor de meerkosten van haar dieet op een hoger bedrag moet worden vastgesteld. De Centrale Raad van Beroep heeft vastgesteld dat het college zich op een mededeling van de arts Indicatie en Advies heeft mogen baseren, waarin de meerkosten van het dieet voor 2012 op € 1400,00 zijn vastgesteld. Appellante heeft niet aangetoond dat haar dieetkosten hoger waren dan dit bedrag. De Raad heeft geoordeeld dat het college niet verplicht was om het bedrag van de bijzondere bijstand gelijk te stellen aan eerdere toekenningen, omdat deze gebaseerd waren op een beleid dat inmiddels was beëindigd.
De Raad heeft geconcludeerd dat de beroepsgronden van appellante niet slagen en dat het hoger beroep niet kan worden toegewezen. De aangevallen uitspraak van de rechtbank wordt bevestigd, en er is geen aanleiding voor een veroordeling in de proceskosten.