ECLI:NL:CRVB:2014:3175
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- J.F. Bandringa
- Y.J. Klik
- F. Hoogendijk
- Rechtspraak.nl
Intrekking van bijstand wegens overschrijding van de maximale verblijfsduur in het buitenland
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 30 september 2014 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Limburg. De appellant, die sinds 1999 bijstand ontving op basis van de Wet werk en bijstand (WWB), had aangekondigd voor twee maanden naar Thailand te gaan voor medische behandeling en revalidatie. De casemanager van het dagelijks bestuur van het openbaar lichaam Kompas had de appellant geïnformeerd dat zijn bijstand na vier weken verblijf in het buitenland zou worden ingetrokken. De appellant heeft zijn bijstand op 26 februari 2012 ingetrokken gekregen, omdat hij de maximale verblijfsduur had overschreden. Het dagelijks bestuur verklaarde het bezwaar van de appellant ongegrond, omdat er geen zeer dringende redenen waren om de bijstand voort te zetten.
De rechtbank heeft het beroep van de appellant tegen het bestreden besluit ongegrond verklaard. In hoger beroep heeft de appellant betoogd dat er wel degelijk zeer dringende redenen waren voor zijn verblijf in Thailand, maar de Raad oordeelde dat de appellant niet aannemelijk had gemaakt dat zijn gezondheidstoestand na zijn ziekenhuisopname zodanig was dat hij niet tijdig naar Nederland had kunnen terugkeren. De Raad benadrukte dat de reden voor de vertraagde terugkeer, namelijk de kosten van het omzetten van een vliegticket, niet als een zeer dringende reden kon worden aangemerkt.
De Raad concludeerde dat de appellant vanaf 26 februari 2012 geen recht had op bijstand en dat het dagelijks bestuur terecht tot intrekking van de bijstand was overgegaan. De uitspraak van de rechtbank werd bevestigd, en er werd geen aanleiding gezien voor een veroordeling in de proceskosten.