ECLI:NL:CRVB:2014:317
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- C.P.J. Goorden
- J.S. van der Kolk
- R.P.T. Elshoff
- Rechtspraak.nl
Loonsanctie wegens onvoldoende re-integratie-inspanningen van werkgever
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 5 februari 2014 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Dordrecht. De zaak betreft een loonsanctie die is opgelegd aan appellante, een werkgever, door het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv). Het Uwv had besloten om het tijdvak waarin een werknemer recht heeft op loon tijdens ziekte met 52 weken te verlengen, omdat de re-integratie-inspanningen van de werkgever onvoldoende zouden zijn geweest. Appellante heeft bezwaar gemaakt tegen dit besluit, maar het Uwv verklaarde dit bezwaar ongegrond.
De rechtbank heeft het beroep van appellante ongegrond verklaard, waarna appellante in hoger beroep ging. In hoger beroep heeft appellante betoogd dat het Uwv ten onrechte heeft geconcludeerd dat er onvoldoende re-integratie-inspanningen zijn verricht. Appellante verwees naar relevante arbeidskundige aspecten en stelde dat de detentie van de werknemer de re-integratie heeft vertraagd. De Raad heeft echter geoordeeld dat appellante niet voldoende re-integratie-inspanningen heeft verricht en dat de argumenten van appellante niet opwegen tegen de conclusies van het Uwv.
De Raad heeft vastgesteld dat de werkgever verplicht is om de re-integratie van zieke werknemers te bevorderen, en dat de loonsanctie terecht is opgelegd. De uitspraak van de rechtbank is bevestigd, en er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak benadrukt de verantwoordelijkheid van werkgevers in het kader van re-integratie en de noodzaak om adequate inspanningen te leveren.