ECLI:NL:CRVB:2014:3151
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- J.P.M. Zeijen
- J.F. Bandringa
- C.H. Rombouts
- Rechtspraak.nl
Intrekking van bijstand op grond van niet verstrekte gegevens door appellanten
In deze zaak gaat het om de intrekking van de bijstandsverlening aan appellanten, die sinds 12 oktober 2006 bijstand ontvingen op basis van de Wet werk en bijstand (WWB). Naar aanleiding van een bestandsanalyse heeft het college van burgemeester en wethouders van Capelle aan den IJssel een onderzoek ingesteld naar de rechtmatigheid van de verleende bijstand. Tijdens dit onderzoek bleek dat appellanten niet alle gevraagde gegevens hadden verstrekt, waaronder originele bankafschriften. Het college heeft daarop besloten om de bijstand op te schorten en uiteindelijk in te trekken, omdat appellanten niet binnen de gestelde hersteltermijn de benodigde gegevens hebben ingeleverd.
De rechtbank Rotterdam heeft het beroep van appellanten tegen het besluit van het college ongegrond verklaard. Appellanten hebben hiertegen hoger beroep ingesteld, waarbij zij aanvoerden dat zij de gevraagde gegevens wel degelijk binnen de termijn hadden ingeleverd. De Centrale Raad van Beroep heeft echter geoordeeld dat appellanten niet aannemelijk hebben gemaakt dat zij aan de informatieverplichting hebben voldaan. De Raad heeft vastgesteld dat de rechtbank terecht heeft geoordeeld dat het college bevoegd was om de bijstand in te trekken op basis van artikel 54, vierde lid, van de WWB.
De Raad heeft verder overwogen dat appellanten niet kunnen worden vrijgesteld van verwijtbaarheid, omdat zij niet aannemelijk hebben gemaakt dat zij niet over de gevraagde gegevens konden beschikken. De conclusie is dat het hoger beroep van appellanten niet slaagt en dat de aangevallen uitspraak wordt bevestigd. De Raad heeft geen aanleiding gezien om een proceskostenveroordeling uit te spreken.