ECLI:NL:CRVB:2014:3121
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- N.J. van Vulpen-Grootjans
- J.J.A. Kooijman
- W.J.A.M. van Brussel
- Rechtspraak.nl
Disciplinair ontslag wegens plichtsverzuim van ambtenaar na herhaaldelijk niet opvolgen van oproepen tot werkhervatting
In deze zaak gaat het om een hoger beroep tegen een uitspraak van de rechtbank Midden-Nederland, waarin het beroep van appellant tegen het besluit van het college van burgemeester en wethouders van Stichtse Vecht ongegrond werd verklaard. Appellant, een ambtenaar die sinds 2006 werkzaam was bij de gemeente Loenen, raakte in 2008 arbeidsongeschikt door burn-out verschijnselen. Na een periode van re-integratie en een fusie van gemeenten, werd appellant in 2011 in dienst genomen door de gemeente Stichtse Vecht. Gedurende zijn re-integratie heeft appellant echter herhaaldelijk geen gehoor gegeven aan oproepen van het college om over zijn werkhervatting te komen praten. Dit leidde tot disciplinaire maatregelen, waaronder de staking van zijn bezoldiging en uiteindelijk ontslag wegens plichtsverzuim.
De Centrale Raad van Beroep oordeelt dat het college appellant meerdere keren heeft opgeroepen om te komen werken en dat hij zonder geldige reden deze oproepen niet is nagekomen. De Raad stelt vast dat appellant spanningsklachten ervoer, maar dat hij niet aannemelijk heeft gemaakt dat deze klachten hem belemmerden om aan de oproepen te voldoen. De Raad concludeert dat het college bevoegd was om een disciplinaire maatregel op te leggen, gezien het feit dat appellant herhaaldelijk niet heeft gereageerd op oproepen en dat hij niet heeft aangetoond dat hij niet in staat was om te reageren. De opgelegde straf van ontslag wordt niet als onevenredig beschouwd, gezien de ernst van het plichtsverzuim en de herhaalde waarschuwingen die appellant heeft ontvangen.
De Raad bevestigt de uitspraak van de rechtbank en wijst het hoger beroep van appellant af. Er zijn geen gronden voor een veroordeling in de proceskosten.