ECLI:NL:CRVB:2014:309
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- A.B.J. van der Ham
- J.J.A. Kooijman
- Th.C. van Sloten
- Rechtspraak.nl
Opschorting en intrekking van bijstand wegens niet verschijnen op afspraken en niet tijdig overleggen van bankafschriften
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 4 februari 2014 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Middelburg. De appellant, die bijstand ontving op basis van de Wet werk en bijstand (WWB), was niet verschenen op meerdere afspraken met het dagelijks bestuur van Orionis Walcheren en had ook niet tijdig de gevraagde bankafschriften overgelegd. Het dagelijks bestuur had de bijstand van de appellant opgeschort en later ingetrokken, omdat hij niet voldeed aan de verplichtingen die aan de bijstandsverlening waren verbonden.
De Raad heeft vastgesteld dat de appellant herhaaldelijk niet op de afspraken is verschenen en de gevraagde gegevens niet heeft ingeleverd. De appellant voerde aan dat hij niet op de afspraken hoefde te verschijnen vanwege een eerdere afspraak bij een re-integratiebureau, maar de Raad oordeelde dat deze beroepsgrond niet opging. De appellant had de informatie over de wijziging van de afspraak pas na de geplande afspraak met de Sociale Dienst ontvangen, waardoor hij niet kon aannemen dat hij niet hoefde te verschijnen.
De Raad concludeerde dat de appellant onvoldoende medewerking had verleend en dat het dagelijks bestuur terecht de bijstand had opgeschort en ingetrokken. De uitspraak van de rechtbank werd bevestigd, en er werd geen aanleiding gezien voor een veroordeling in de proceskosten. De uitspraak werd openbaar uitgesproken door de voorzitter en de leden van de Raad, met de griffier aanwezig.