ECLI:NL:CRVB:2014:3084
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- A.J. Schaap
- G. van Zeben-de Vries
- D.S. de Vries
- Rechtspraak.nl
Weigering van een traplift op basis van verhuizing naar een niet adequate woning
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 27 augustus 2014 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Amsterdam. De appellante, geboren in 1972, heeft een aanvraag ingediend voor een traplift op basis van de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) na haar verhuizing naar een nieuwe woning. Deze woning, gelegen aan de [straatnaam 2] in [woonplaats], bleek echter niet adequaat te zijn voor haar situatie, aangezien het een eengezinswoning was met meerdere trappen. De appellante had eerder een stadsvernieuwings-urgentieverklaring ontvangen, maar het college van burgemeester en wethouders van Amsterdam heeft haar aanvraag afgewezen, omdat de beperkingen in het gebruik van de woning ten tijde van de verhuizing voorzienbaar waren.
De rechtbank heeft in de eerdere uitspraak geoordeeld dat de appellante niet kon aantonen dat er geen geschikte woningen beschikbaar waren en dat zij had moeten informeren naar de mogelijkheden voor aanpassing van haar nieuwe woning. De Centrale Raad van Beroep heeft deze overwegingen van de rechtbank onderschreven en vastgesteld dat er geen sprake was van een onverwacht optredende noodzaak voor de gevraagde voorzieningen. De Raad heeft geconcludeerd dat het college terecht de aanvraag heeft afgewezen en dat er geen onbillijkheden van overwegende aard waren die aanleiding gaven tot toepassing van de hardheidsclausule.
De appellante heeft in hoger beroep geen nieuwe gronden aangevoerd die de Raad tot een ander oordeel hadden moeten brengen. De uitspraak van de rechtbank is bevestigd, en er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De beslissing is openbaar uitgesproken op 27 augustus 2014.