ECLI:NL:CRVB:2014:3057
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- A.J. Schaap
- G. van Zeben-de Vries
- D.S. de Vries
- Rechtspraak.nl
Toekenning van hulp bij het huishouden op basis van de Wet maatschappelijke ondersteuning
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 17 september 2014 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Roermond. De appellant, vertegenwoordigd door zijn advocaat mr. H.J.W. Weekers, had hoger beroep ingesteld tegen een besluit van het college van burgemeester en wethouders van Roermond, dat hem hulp bij het huishouden had toegekend op basis van de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo). Het college had appellant 90 minuten per week toegekend voor zwaar huishoudelijk werk en 30 minuten voor de hobbykamer. De Raad oordeelde dat appellant niet tekort was gedaan en dat het college niet had gehandeld in strijd met de wet.
De Raad heeft echter zelf in de zaak voorzien, omdat het college geen nieuw besluit had genomen. De Raad besloot dat appellant recht had op hulp bij het huishouden voor de periode van 1 juli 2011 tot en met 16 december 2015, met een omvang van vier uur per week. De Raad vernietigde de eerdere uitspraak van de rechtbank en verklaarde het beroep gegrond. Tevens werd het college veroordeeld tot vergoeding van de proceskosten van appellant, die in totaal € 1.948,- bedroegen, en het griffierecht van € 153,-. De uitspraak werd gedaan door een meervoudige kamer, bestaande uit voorzitter A.J. Schaap en de leden G. van Zeben-de Vries en D.S. de Vries, in aanwezigheid van griffier P. Boer.