ECLI:NL:CRVB:2014:3043
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Weigering van WIA-uitkering en de reikwijdte van de machtiging aan de sociaal raadsvrouw
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 5 september 2014 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank ’s-Gravenhage. De appellant had hoger beroep ingesteld tegen de weigering van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv) om hem een WIA-uitkering toe te kennen. Het Uwv had vastgesteld dat appellant met ingang van 5 april 2012 geen recht had op een uitkering op grond van de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen (Wet WIA). Dit besluit was door het Uwv in een eerder besluit van 3 februari 2012 genomen en het bezwaar van appellant tegen dit besluit was ongegrond verklaard in een besluit van 5 juni 2012.
De rechtbank had in haar eerdere uitspraak geoordeeld dat het Uwv niet onzorgvuldig had gehandeld door geen hoorzitting te houden, omdat de gemachtigde van appellant had aangegeven daar geen behoefte aan te hebben. De rechtbank oordeelde dat het Uwv mocht afgaan op de belangenbehartiging door de gemachtigde. Appellant stelde in hoger beroep dat de gemachtigde slechts een beperkte machtiging had en dat het Uwv hem in de gelegenheid had moeten stellen om de hoorzitting bij te wonen. Het Uwv betwistte dit en stelde dat het gebruikelijk is dat een gemachtigde gedurende de gehele procedure optreedt.
De Centrale Raad van Beroep bevestigde de uitspraak van de rechtbank en oordeelde dat er geen aanleiding was om de machtiging van de sociaal raadsvrouw beperkt uit te leggen. De Raad concludeerde dat de machtiging niet uitdrukkelijk en ondubbelzinnig beperkt was tot het indienen van het bezwaarschrift. Ook werd vastgesteld dat appellant in hoger beroep geen nieuwe medische gegevens had ingediend die zouden aantonen dat hij meer beperkingen had dan door het Uwv was aangenomen. De Raad kwam tot de conclusie dat de functies die aan de schatting ten grondslag lagen medisch geschikt waren voor appellant, en bevestigde de eerdere uitspraak van de rechtbank.