ECLI:NL:CRVB:2014:295

Centrale Raad van Beroep

Datum uitspraak
29 januari 2014
Publicatiedatum
4 februari 2014
Zaaknummer
12-2454 AWBZ
Instantie
Centrale Raad van Beroep
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Socialezekerheidsrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing aanvraag om AWBZ-indicatie voor zorg en begeleiding

In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 29 januari 2014 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere beslissing van de rechtbank Utrecht. Appellant, die lijdt aan een ernstige depressie, paniekstoornis, gedragsstoornis en tinnitus, had op 10 februari 2011 een aanvraag ingediend bij de Stichting Centrum Indicatiestelling Zorg (CIZ) voor een indicatie op grond van de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten (AWBZ) voor verschillende zorgfuncties, waaronder individuele begeleiding en persoonlijke verzorging. CIZ heeft deze aanvraag op 10 maart 2011 afgewezen, en het bezwaar van appellant tegen deze afwijzing werd op 5 juli 2011 ongegrond verklaard. CIZ baseerde zijn beslissing op een medisch advies van J. van der Sluis, die concludeerde dat appellant niet in aanmerking kwam voor AWBZ-zorg omdat behandeling op basis van de Zorgverzekeringswet (Zvw) voorrang had.

De rechtbank heeft het beroep van appellant tegen de afwijzing ongegrond verklaard, waarbij werd vastgesteld dat appellant niet voldoende medische gegevens had overgelegd om zijn aanspraak op AWBZ-zorg te onderbouwen. In hoger beroep heeft appellant betoogd dat het medisch advies onzorgvuldig tot stand was gekomen en dat opname in een klinische GGZ-setting schadelijk voor hem zou zijn. De Centrale Raad van Beroep heeft de overwegingen van de rechtbank onderschreven en geoordeeld dat appellant niet aannemelijk heeft gemaakt dat hij recht had op de gevraagde zorg. De Raad bevestigde de eerdere uitspraak van de rechtbank en oordeelde dat er geen aanleiding was voor een veroordeling in de proceskosten.

Uitspraak

12/2454 AWBZ
Datum uitspraak: 29 januari 2014
Centrale Raad van Beroep
Meervoudige kamer
Uitspraak op het hoger beroep tegen de uitspraak van de rechtbank Utrecht van
29 maart 2012, 11/2448 (aangevallen uitspraak)
Partijen:
[Appellant] te [woonplaats] (appellant)
de Stichting Centrum Indicatiestelling Zorg (CIZ)
PROCESVERLOOP
Namens appellant heeft mr. B. Anik, advocaat, hoger beroep ingesteld.
CIZ heeft een verweerschrift ingediend.
Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 27 november 2013. Voor appellant is verschenen mr. Anik. CIZ heeft zich laten vertegenwoordigen door mr. L.M.R. Kater.

OVERWEGINGEN

1.
De Raad gaat uit van de volgende feiten en omstandigheden.
1.1.
Appellant is bekend met een ernstige depressie, paniekstoornis, gedragsstoornis en tinnitus als gevolg waarvan hij beperkingen ondervindt. Appellant heeft bij CIZ op
10 februari 2011 een aanvraag ingediend om hem op grond van de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten (AWBZ) een indicatie te verlenen in de vorm van de functies begeleiding individueel, begeleiding groep, persoonlijke verzorging en verpleging.
1.2.
Bij besluit van 10 maart 2011 heeft CIZ de aanvraag van appellant afgewezen.
1.3.
Bij besluit van 5 juli 2011 (bestreden besluit) heeft CIZ het bezwaar van appellant tegen het besluit van 10 maart 2011 ongegrond verklaard. Aan dat besluit heeft CIZ ten grondslag gelegd het medisch advies van 9 juni 2011 van zijn medisch adviseur J. van der Sluis, arts. Hij is na onderzoek tot de conclusie gekomen dat appellant matige tot zware beperkingen heeft wat betreft zijn sociale redzaamheid, zijn psychosociaal functioneren en psychisch welbevinden. Wat de psychiatrische aandoeningen betreft is behandeling vanuit de Zorgverzekeringswet (Zvw) voorliggend op AWBZ-zorg. Daarbij zou gedacht kunnen worden aan opname in een klinische GGZ-setting.
2.
Bij de aangevallen uitspraak heeft de rechtbank het beroep tegen het bestreden besluit ongegrond verklaard. De rechtbank heeft hierbij overwogen dat het advies waarop CIZ zich bij zijn besluitvorming heeft gebaseerd op zorgvuldige wijze tot stand is gekomen, volledig en voldoende inzichtelijk is. Appellant heeft niet met medische gegevens onderbouwd dat hij op de gevraagde AWBZ-zorg is aangewezen, zodat CIZ aan de conclusies van dat advies heeft mogen vasthouden. Uit het advies blijkt ook dat appellant ten tijde in geding geen behandeling wilde voor zijn psychische klachten, terwijl niet vaststond dat voor deze klachten geen behandeling meer beschikbaar was. Onder die omstandigheden heeft CIZ het inzetten van AWBZ-zorg terecht als niet doelmatig aangemerkt. Voorts kan met de omstandigheid dat appellant de eigen bijdrage niet kon betalen bij de indicatiestelling voor zorg op grond van de AWBZ geen rekening worden gehouden.
3.
Appellant heeft zich in hoger beroep tegen de aangevallen uitspraak gekeerd. Hij heeft aangevoerd dat CIZ zich bij zijn besluitvorming niet heeft kunnen baseren op het medisch advies van Van der Sluis, omdat dat advies onzorgvuldig tot stand is gekomen. Voorts zal een opname in een (klinische) GGZ-setting een negatieve impact op hem hebben.
4.
De Raad komt tot de volgende beoordeling.
4.1.
De rechtbank heeft de door appellant in beroep aangevoerde gronden gemotiveerd besproken. De Raad kan zich geheel vinden in de beoordeling van de gronden door de rechtbank. Met juistheid heeft de rechtbank geoordeeld dat appellant niet aannemelijk heeft gemaakt dat hij op de gevraagde AWBZ-zorg is aangewezen en dat voor de behandeling van zijn klachten geen behandeling op grond van de Zvw beschikbaar was.
4.2.
Uit hetgeen onder 4.1 is overwogen volgt dat het hoger beroep geen doel treft. De aangevallen uitspraak dient te worden bevestigd.
5.
Voor een veroordeling in de proceskosten bestaat geen aanleiding.

BESLISSING

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de aangevallen uitspraak.
Deze uitspraak is gedaan door H.J. de Mooij als voorzitter en W.H. Bel en R.H. de Bock als leden, in tegenwoordigheid van H.J. Dekker als griffier. De beslissing is uitgesproken in het openbaar op 29 januari 2014.
(getekend) H.J. de Mooij
(getekend) H.J. Dekker
JvC