ECLI:NL:CRVB:2014:2924
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- A.J. Schaap
- G. van Zeben-de Vries
- D.S. de Vries
- Rechtspraak.nl
Verantwoording van persoonsgebonden budget voor hulp in de huishouding
In deze zaak gaat het om de verantwoording van een persoonsgebonden budget (pgb) dat aan appellant is toegekend voor hulp in de huishouding. Appellant had een pgb ontvangen van het college van burgemeester en wethouders van Zaanstad voor de periode van 1 augustus 2011 tot en met 31 oktober 2011. Later, op 14 december 2011, werd hem een pgb toegekend voor 3,5 uur hulp per week voor de periode van 31 mei 2011 tot en met 30 mei 2012. Echter, het college trok deze toekenning in op 22 november 2012, omdat appellant niet aan de verplichtingen tot verantwoording had voldaan. Appellant had geen controleerbare salarisadministratie en geen zorgovereenkomst kunnen overleggen, wat leidde tot de beslissing van het college om het pgb niet uit te betalen. Appellant ging in beroep tegen deze beslissing, maar de rechtbank verklaarde het beroep ongegrond. Hierop volgde hoger beroep bij de Centrale Raad van Beroep.
Tijdens de zitting op 16 juli 2014 werd de zaak behandeld, waarbij appellant werd vertegenwoordigd door zijn advocaat, mr. M. de Miranda. Het college werd vertegenwoordigd door C.M. Valkering. Appellant voerde aan dat hij niet in staat was om aan de verplichtingen te voldoen, omdat hij geen uitbetaling van het pgb had ontvangen en daardoor geen salarisadministratie kon bijhouden. Hij stelde ook dat het college ten onrechte geen gebruik had gemaakt van de hardheidsclausule.
De Centrale Raad van Beroep oordeelde dat appellant niet voldoende verantwoording had afgelegd over het ontvangen van hulp bij het huishouden. De Raad bevestigde de uitspraak van de rechtbank en oordeelde dat appellant op de hoogte was van de verplichtingen die aan het pgb waren verbonden. Hij had niet aangetoond dat hij daadwerkelijk hulp had ontvangen, noch had hij verifieerbare gegevens overlegd. De beroepsgrond over de hardheidsclausule werd eveneens verworpen. De Raad besloot de aangevallen uitspraak te bevestigen en er was geen aanleiding voor een veroordeling in de proceskosten.