ECLI:NL:CRVB:2014:2918
Centrale Raad van Beroep
- Tussenuitspraak bestuurlijke lus
- R. Kooper
- C.H. Bangma
- W.J.A.M. van Brussel
- Rechtspraak.nl
Tussenuitspraak over beëindiging vervangende werkzaamheden van ambtenaar
In deze tussenuitspraak van de Centrale Raad van Beroep, gedateerd 4 september 2014, wordt de opdracht van de Commandant Commando Dienstencentra aan appellante om haar vervangende werkzaamheden te beëindigen, als onredelijk beoordeeld. Appellante, werkzaam als medewerker kwaliteitszorg bij het Instituut Defensie Leergangen, was sinds februari 2011 gedeeltelijk arbeidsongeschikt door ziekte. Ondanks haar ziekte had zij zich bereid verklaard om vervangende werkzaamheden te blijven verrichten totdat zij zou worden overgedragen aan het Dienstencentrum Re-integratie (DCR). De Raad oordeelt dat er geen goede reden was om appellante deze werkzaamheden te onthouden, aangezien het verrichten van deze taken niet stresserend voor haar was en zij zich op dezelfde locatie bevond als waar zij eerder had gewerkt.
De Raad stelt vast dat de Commandant niet in redelijkheid kon besluiten om appellante naar huis te sturen en dat het bestreden besluit in dit opzicht niet kan standhouden. De rechtbank had eerder het beroep van appellante gegrond verklaard, maar de Raad komt tot de conclusie dat de opdracht om te stoppen met de vervangende werkzaamheden niet redelijk was. De Raad draagt de Commandant op om binnen acht weken een nieuwe beslissing op bezwaar te nemen, waarbij ook het verzoek van appellante om schadevergoeding in overweging moet worden genomen. Deze uitspraak is gedaan door een meervoudige kamer, met R. Kooper als voorzitter en C.H. Bangma en W.J.A.M. van Brussel als leden, en is openbaar uitgesproken op 4 september 2014.