ECLI:NL:CRVB:2014:2808
Centrale Raad van Beroep
- Eerste en enige aanleg
- Rechtspraak.nl
Afwijzing aanvraag erkenning als burger-oorlogsslachtoffer onder de Wubo
Op 21 augustus 2014 heeft de Centrale Raad van Beroep uitspraak gedaan in de zaak van een appellante die erkenning zocht als burger-oorlogsslachtoffer op basis van de Wet uitkeringen burger-oorlogsslachtoffers 1940-1945 (Wubo). De appellante, geboren in 1943 in het voormalig Nederlands-Indië, had in februari 2012 een aanvraag ingediend, waarin zij stelde dat zij tijdens de oorlog beschietingen in Susteren had meegemaakt en dat zij onder levensbedreigende omstandigheden was geëvacueerd. De aanvraag werd echter afgewezen door de Pensioen- en Uitkeringsraad, omdat niet voldoende bewijs was geleverd dat de appellante daadwerkelijk was getroffen door oorlogsgeweld zoals vereist door de Wubo.
De Raad overwoog dat de appellante niet alleen haar eigen verklaring moest aanvoeren, maar ook objectieve gegevens diende te overleggen die haar claims konden ondersteunen. De Raad concludeerde dat de evacuatie van Susteren naar Leeuwarden niet onder levensbedreigende omstandigheden had plaatsgevonden en dat er geen bewijs was dat de trein waarmee zij reisde daadwerkelijk was beschoten. De appellante had geen melding gemaakt van gewonden of doden in haar directe omgeving, wat haar claims verder ondermijnde.
Daarnaast werd door de appellante betoogd dat andere gevallen wel erkend waren, maar de Raad oordeelde dat in die gevallen er wel bewijs was dat de betrokkenen de gestelde gebeurtenissen hadden meegemaakt. De Raad verklaarde het beroep ongegrond en handhaafde het bestreden besluit van de Pensioen- en Uitkeringsraad. De uitspraak werd gedaan door A. Beuker-Tilstra, in tegenwoordigheid van griffier E. Heemsbergen, en werd openbaar uitgesproken op 21 augustus 2014.