Uitspraak
PROCESVERLOOP
OVERWEGINGEN
BESLISSING
€ 2.435,-.
Centrale Raad van Beroep
Op 20 augustus 2014 heeft de Centrale Raad van Beroep uitspraak gedaan in de zaak met nummer 11-3572 AWBZ. Deze uitspraak volgde op een tussenuitspraak die eerder was gedaan op 15 januari 2014, gepubliceerd onder ECLI:NL:CRVB:2014:289. In deze zaak ging het om een hoger beroep tegen een uitspraak van de rechtbank Maastricht van 23 mei 2011. De appellant, vertegenwoordigd door mr. Klein Hesselink, had het hoger beroep ingetrokken nadat het Centrum indicatiestelling zorg (CIZ) op 30 mei 2014 een gewijzigde beslissing op bezwaar had genomen, waarbij het CIZ geheel tegemoetkwam aan de bezwaren van de appellant.
De Raad heeft in deze uitspraak overwogen dat, op basis van artikel 8:75a van de Algemene wet bestuursrecht, het bestuursorgaan kan worden veroordeeld in de proceskosten indien het beroep wordt ingetrokken omdat het bestuursorgaan aan de indiener is tegemoetgekomen. De Raad heeft vastgesteld dat CIZ inderdaad aan de bezwaren van de appellant tegemoet is gekomen, wat aanleiding gaf om CIZ te veroordelen in de proceskosten die de appellant redelijkerwijs heeft moeten maken in verband met de behandeling van het bezwaar, het beroep en het hoger beroep.
De totale proceskosten zijn begroot op € 2.435,-, bestaande uit € 974,- voor bezwaar, € 974,- voor beroep en € 487,- voor hoger beroep. De Raad heeft echter bepaald dat kosten voor eigen bijdragen niet voor vergoeding in aanmerking komen, en dat de appellant zich voor vergoeding van het griffierecht rechtstreeks tot CIZ kan wenden. De uitspraak is gedaan door J. Brand, in tegenwoordigheid van J.A. Achterberg als griffier, en is openbaar uitgesproken op dezelfde datum.