ECLI:NL:CRVB:2014:2781
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- J.P.M. Zeijen
- R.H.M. Roelofs
- P.W. van Straalen
- Rechtspraak.nl
Afwijzing bijstandsaanvraag wegens schending inlichtingenverplichting
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 19 augustus 2014 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Noord-Nederland. De appellant had op 12 maart 2012 een aanvraag om bijstand ingevolge de Wet werk en bijstand (WWB) ingediend, waarbij hij aangaf te wonen op een specifiek adres. Tijdens het intakegesprek bleek echter dat appellant een bankrekening had verzwegen, wat leidde tot twijfels over zijn woon- en leefsituatie. Het college van burgemeester en wethouders van De Friese Meren heeft de aanvraag afgewezen op basis van de inlichtingenverplichting die op appellant rustte. De rechtbank heeft het beroep van appellant tegen deze afwijzing ongegrond verklaard.
De Raad heeft vastgesteld dat appellant onvoldoende aannemelijk heeft gemaakt dat hij op het opgegeven adres woonachtig was. Er zijn verschillende onregelmatigheden geconstateerd, zoals het frequent gebruik van de bankrekening in andere provincies en het niet verschijnen op een afspraak om bewijs te leveren van zijn woonplaats. De Raad heeft geoordeeld dat het college terecht heeft geconcludeerd dat het recht op bijstand niet kon worden vastgesteld, omdat appellant niet voldeed aan zijn inlichtingenverplichting. De Raad heeft de eerdere uitspraak van de rechtbank bevestigd en het hoger beroep van appellant afgewezen. Er zijn geen gronden voor een veroordeling in de proceskosten.