ECLI:NL:CRVB:2014:2674
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkverklaring van beroep tegen besluit Uwv inzake WAO-uitkering
In deze zaak heeft appellante hoger beroep ingesteld tegen een besluit van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv) dat haar WAO-uitkering met terugwerkende kracht heeft ingetrokken. De Centrale Raad van Beroep heeft geoordeeld dat de verzending van het bestreden besluit door het Uwv voldoende aannemelijk is gemaakt. Appellante had in 1996 een arbeidsongeschiktheidsuitkering gekregen na een ongeval, maar het Uwv stelde dat haar arbeidsongeschiktheid was afgenomen en dat zij niet langer recht had op de uitkering. De rechtbank Amsterdam had eerder geoordeeld dat appellante ontvankelijk was in haar beroep, maar het Uwv stelde dat het besluit correct was verzonden en dat appellante in verzuim was. De Raad heeft het incidenteel hoger beroep van het Uwv gegrond verklaard en de eerdere uitspraak van de rechtbank vernietigd. De Raad concludeerde dat de beroepstermijn tegen het bestreden besluit vergaand was overschreden en dat er geen reden was om aan te nemen dat appellante niet in verzuim was geweest. De uitspraak van de rechtbank werd vernietigd en het beroep tegen het besluit van 23 maart 2000 werd niet-ontvankelijk verklaard.