ECLI:NL:CRVB:2014:2491

Centrale Raad van Beroep

Datum uitspraak
23 juli 2014
Publicatiedatum
23 juli 2014
Zaaknummer
13-2408 AWBZ
Instantie
Centrale Raad van Beroep
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Socialezekerheidsrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing aanvraag om verstrekking van een computer als AWBZ-zorg

In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 23 juli 2014 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Amsterdam. De appellant, geboren op 16 mei 1999 en wettelijk vertegenwoordigd door zijn moeder, had een aanvraag ingediend bij het Centrum indicatiestelling zorg (CIZ) voor de verstrekking van een computer op grond van de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten (AWBZ). Deze aanvraag werd op 22 juni 2012 door het CIZ afgewezen, en na bezwaar handhaafde het CIZ deze afwijzing op 13 juli 2012. De rechtbank verklaarde het beroep van de appellant tegen deze afwijzing ongegrond.

In hoger beroep heeft de Raad overwogen dat de rechtbank terecht heeft geoordeeld dat de verstrekking van een computer in dit geval niet kan worden aangemerkt als AWBZ-zorg. De Raad heeft de overwegingen van de rechtbank volledig onderschreven en vastgesteld dat de appellant in hoger beroep geen nieuwe gronden heeft aangevoerd die een ander oordeel rechtvaardigen. Hierdoor slaagde het hoger beroep niet, en werd de aangevallen uitspraak bevestigd. Tevens werd het verzoek om schadevergoeding afgewezen, omdat er geen grond was voor een proceskostenveroordeling.

De uitspraak werd gedaan door een meervoudige kamer, met J. Brand als voorzitter en D.S. de Vries en B.J. van der Net als leden, in aanwezigheid van griffier E. Heemsbergen. De beslissing werd openbaar uitgesproken op 23 juli 2014.

Uitspraak

13/2408 AWBZ
Datum uitspraak: 23 juli 2014
Centrale Raad van Beroep
Meervoudige kamer
Uitspraak op het hoger beroep tegen de uitspraak van de rechtbank Amsterdam van 26 maart 2013, 12/4234 (aangevallen uitspraak)
Partijen:
[appellant] te [woonplaats] (appellant)
Centrum indicatiestelling zorg (CIZ)
PROCESVERLOOP
Namens appellant, geboren op 16 mei 1999 en wettelijk vertegenwoordigd door zijn moeder, [naam moeder], heeft mr. E.C. Cerezo-Weijsenfeld, advocaat, hoger beroep ingesteld.
CIZ heeft een verweerschrift ingediend.
Namens appellant is een nader stuk ingediend.
Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 1 mei 2014. Namens appellant is verschenen mr. J.H. Kruseman, advocaat. CIZ is, met bericht, niet verschenen.

OVERWEGINGEN

1.
Voor een overzicht van de in dit geding van belang zijnde feiten en omstandigheden verwijst de Raad naar de aangevallen uitspraak. Hij volstaat hier met het volgende.
1.1.
Bij besluit van 22 juni 2012 heeft CIZ de aanvraag van appellant om op grond van het bepaalde bij en krachtens de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten (AWBZ) in aanmerking te komen voor een computer afgewezen.
1.2.
Na bezwaar heeft CIZ deze afwijzing gehandhaafd bij besluit van 13 juli 2012 (bestreden besluit).
2.
De rechtbank heeft het beroep van appellant tegen het bestreden besluit ongegrond verklaard.
3.
Appellant heeft zich in hoger beroep tegen de aangevallen uitspraak gekeerd.
4.
De Raad overweegt het volgende.
4.1.
De rechtbank heeft met juistheid overwogen dat CIZ zich terecht op het standpunt heeft gesteld dat de verstrekking van een computer in het onderhavige geval niet is aan te merken als AWBZ-zorg. De Raad onderschrijft de overwegingen van de rechtbank volledig en verenigt zich met het op grond daarvan door de rechtbank gegeven oordeel.
4.2.
Appellant heeft in hoger beroep geen nieuwe gronden naar voren gebracht en/of gemotiveerd waarom de rechtbank tot een ander oordeel had moeten komen. Het hoger beroep slaagt daarom niet. De aangevallen uitspraak zal worden bevestigd. Gelet hierop is veroordeling tot vergoeding van schade niet mogelijk, zodat dit verzoek wordt afgewezen.
5.
Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

BESLISSING

De Centrale Raad van Beroep
- bevestigt de aangevallen uitspraak;
- wijst het verzoek om veroordeling tot vergoeding van schade af.
Deze uitspraak is gedaan door J. Brand als voorzitter en D.S. de Vries en B.J. van der Net als leden, in tegenwoordigheid van E. Heemsbergen als griffier. De beslissing is uitgesproken in het openbaar op 23 juli 2014.
(getekend) J. Brand
(getekend) E. Heemsbergen

HD