ECLI:NL:CRVB:2014:2489
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- J. Brand
- D.S. de Vries
- B.J. van der Net
- Rechtspraak.nl
Afwijzing aanvraag voor een computer voor thuisgebruik door verstandelijk gehandicapte appellant
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 23 juli 2014 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Amsterdam. De appellant, een verstandelijk gehandicapte jongere met PDD-NOS, had een aanvraag ingediend bij het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv) voor een computer voor thuisgebruik. De aanvraag werd afgewezen omdat de appellant niet voldeed aan de criteria voor een meeneembare voorziening op basis van de Wet overige OCW-subsidies (WOOS). De rechtbank had het beroep van de appellant ongegrond verklaard, wat leidde tot het hoger beroep.
De Raad heeft vastgesteld dat de appellant, die functioneert op het niveau van een vierjarig kind, volledig afhankelijk is van anderen in zijn sociaal-emotioneel functioneren. De Raad heeft de feiten en omstandigheden van de zaak in overweging genomen, waaronder de afwijzing van de aanvraag door het Uwv op basis van het feit dat de appellant niet ingeschreven is bij een reguliere onderwijsinstelling en niet tot de doelgroep behoort die in aanmerking komt voor de gevraagde voorziening. De Raad heeft geconcludeerd dat de activiteiten van de appellant in het Kinderdienstencentrum niet als regulier onderwijs kunnen worden aangemerkt.
De Raad heeft de argumenten van de appellant dat zijn activiteiten op het Kinderdienstencentrum als onderwijs moeten worden beschouwd, verworpen. De Raad heeft geoordeeld dat de rechtbank terecht heeft vastgesteld dat de appellant buiten de personenkring van artikel 19a van de WOOS valt, omdat hij geen onderwijs volgt. De Raad heeft ook de beroepsgronden van de appellant met betrekking tot schending van mensenrechten verworpen. Uiteindelijk heeft de Raad de aangevallen uitspraak bevestigd en het verzoek om schadevergoeding afgewezen.