ECLI:NL:CRVB:2014:2438
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- T.L. de Vries
- H.J. Simon
- E.E.V. Lenos
- Rechtspraak.nl
Weigering van WIA-uitkering op basis van psychische klachten en alcoholgebruik
In deze zaak gaat het om de weigering van een WIA-uitkering aan appellant, die zich op 27 november 2009 ziek meldde bij het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv) vanwege psychische klachten. Appellant ontving op dat moment een werkloosheidsuitkering. Het Uwv weigerde op 16 december 2011 de WIA-uitkering, omdat de mate van arbeidsongeschiktheid minder dan 35% was. Dit besluit werd in een later stadium door de rechtbank Breda bevestigd, waarna appellant in hoger beroep ging.
De Centrale Raad van Beroep heeft de zaak op 18 juli 2014 behandeld. Appellant, bijgestaan door zijn advocaat mr. M.A.L. Timmermans, voerde aan dat het Uwv zijn beperkingen niet correct had ingeschat. Hij verwees naar een rapport van psychiater W. Eland, waarin werd gesteld dat hij meer beperkingen had dan het Uwv had aangenomen, met name op het gebied van aandacht, concentratie en energie, en dat zijn alcoholmisbruik tot beperkingen zou moeten leiden.
De Raad oordeelde dat de verzekeringsartsen van het Uwv alle relevante medische gegevens hadden meegewogen en dat er geen aanleiding was om te twijfelen aan hun conclusies. De Raad concludeerde dat appellant niet lijdt aan agorafobie in een mate die extra beperkingen voor arbeid rechtvaardigt. Bovendien werd vastgesteld dat een verslaving aan alcohol op zich niet als ziekte of gebrek kan worden aangemerkt, tenzij er uit de verslaving beperkingen voortvloeien. In dit geval was niet gebleken dat appellant op de datum in geding meer beperkt was voor het verrichten van arbeid dan het Uwv had aangenomen.
De Centrale Raad van Beroep bevestigde de uitspraak van de rechtbank en oordeelde dat de functies die aan het bestreden besluit ten grondslag lagen, medisch geschikt waren voor appellant. Er was geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.