ECLI:NL:CRVB:2014:240
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van de indicatie voor persoonsgebonden budget en de kosten van zorgverlening
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 29 januari 2014 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Haarlem. De appellant, die een persoonsgebonden budget (pgb) had ontvangen van Zilveren Kruis Achmea Zorgverzekeringen N.V., betwistte dat de kosten van zorg verleend door het Mozart Brain Lab (MBL) ten laste van het pgb mochten worden gebracht. De rechtbank had eerder geoordeeld dat de appellant niet was geïndiceerd voor behandeling, maar alleen voor begeleiding. De Raad bevestigde dit oordeel en stelde dat de vroegere functie 'activerende begeleiding' was opgegaan in de functie 'behandeling', waarvoor de appellant niet was geïndiceerd.
De Raad oordeelde dat de rechtbank terecht had vastgesteld dat de appellant onvoldoende duidelijkheid had verschaft over de aard en kosten van de begeleiding die door het MBL werd aangeboden. De appellant had aangevoerd dat de zorg die hij ontving niet als behandeling, maar als begeleiding moest worden aangemerkt. De Raad benadrukte dat het onderscheid tussen activerende en ondersteunende begeleiding sinds 1 januari 2009 was vervallen en dat er nu één zorgfunctie 'begeleiding' bestaat. De Raad concludeerde dat, omdat de appellant niet in staat was om nadere inzichten te verschaffen over de begeleiding, het hoger beroep niet kon slagen.
De uitspraak bevestigde de eerdere beslissing van de rechtbank en er was geen aanleiding voor een veroordeling in de proceskosten. De uitspraak werd gedaan door een meervoudige kamer, met H.J. de Mooij als voorzitter en W.H. Bel en R.H. de Bock als leden, in aanwezigheid van griffier H.J. Dekker.