ECLI:NL:CRVB:2014:2187
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- E.J.M. Heijs
- J.Th. Wolleswinkel
- W.J.A.M. van Brussel
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake functiewaardering van Hoofd Schilderen op de vliegbasis
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van de Minister van Defensie tegen een uitspraak van de rechtbank ’s-Gravenhage. De betrokkene, werkzaam als Hoofd Schilderen op de vliegbasis, had verzocht om herwaardering van zijn functie. De Minister had dit verzoek afgewezen, omdat de werkzaamheden niet substantieel waren gewijzigd. De rechtbank oordeelde echter dat de afwijzing onterecht was en verklaarde het beroep van de betrokkene gegrond, wat leidde tot een bevordering van de betrokkene naar een hogere rang.
De Centrale Raad van Beroep heeft de zaak op 26 juni 2014 behandeld. De Raad oordeelde dat de Minister in redelijkheid de functie van betrokkene niet had kunnen waarderen op de rang van [naam functie B.], omdat de betrokkene de enige was met een somscore van 35 punten die op de rang van [rang] was gewaardeerd. De Raad stelde vast dat de Minister onvoldoende gewicht had toegekend aan het belang van gelijke beloning voor gelijke functies. De Minister had aangevoerd dat er bedrijfseconomische redenen waren om de rang van de functie te handhaven, maar de Raad oordeelde dat deze redenen niet opgingen in dit specifieke geval.
Uiteindelijk heeft de Raad de aangevallen uitspraak van de rechtbank vernietigd en het beroep van de betrokkene ongegrond verklaard. De Raad concludeerde dat het organisatiebelang niet zwaarder kon wegen dan het belang van de betrokkene bij een gelijke rang als zijn collega’s. De uitspraak benadrukt het belang van gelijke behandeling in functiewaardering binnen de organisatie.