Uitspraak
OVERWEGINGEN
26 januari 2012 (bestreden besluit) heeft het Uwv het bezwaar dan ook ongegrond verklaard.
De rechtbank heeft geen aanleiding gezien voor het oordeel dat de beperkingen van appellant zijn onderschat en dat hij zijn werk met ingang van 31 oktober 2011 niet had kunnen hervatten.
drs. M. Angun. Appellant heeft er op gewezen dat het Uwv uit is gegaan van een verkeerde functieomschrijving en dat hij veel meer bovenhands moet werken dan door het Uwv is aangenomen. Volgens appellant was het vanwege duizeligheid en wazig zien niet mogelijk om te werken op hoogte op de karren met de verstelbare plateaus, omdat deze niet waren voorzien van veiligheidsrekken. Appellant is voorts van mening dat de Regeling verzekeringsgeneeskundige protocollen arbeidsongeschiktheidswetten van 31 januari 2006, Stcrt 2006, 33, (Regeling) op hem van toepassing is en dat het Uwv daarom had moeten uitgaan van de door hem gestelde beperkingen aan zijn rug.