ECLI:NL:CRVB:2014:212
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Afwijzing aanvraag zorgzwaartepakket en afbouw AWBZ-zorg
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 29 januari 2014 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Maastricht. De appellant had een aanvraag ingediend bij het Centrum Indicatiestelling Zorg (CIZ) voor een zorgzwaartepakket op basis van de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten (AWBZ). Deze aanvraag werd op 12 augustus 2010 door het CIZ afgewezen, met de beslissing om de AWBZ-zorg die appellant gedurende drie jaar had ontvangen, in zes maanden af te bouwen. De appellant heeft bezwaar gemaakt tegen deze beslissing, waarop een medisch adviseur van het CIZ, L. Cornelissen-Houben, een huisbezoek heeft afgelegd en een medisch advies heeft uitgebracht. Dit advies concludeerde dat de behandeling van appellant vanuit de Zorgverzekeringswet (Zvw) voorliggend was op AWBZ-zorg.
De rechtbank heeft het beroep van appellant tegen het bestreden besluit ongegrond verklaard, waarna appellant in hoger beroep ging. In hoger beroep heeft appellant aangevoerd dat hij lijdt aan ernstige epileptische aanvallen en dat de behandeling door de huisarts niet adequaat is. De Raad heeft echter geoordeeld dat appellant zijn standpunt niet met medische gegevens heeft onderbouwd. De medische verklaringen gaven aan dat de epileptische aanvallen geen kwaad konden en dat de huisarts de cognitieve behandeling beter kon uitvoeren.
De Raad heeft geconcludeerd dat het CIZ terecht heeft gesteld dat behandeling vanuit de Zvw voorligt op AWBZ-zorg. Het hoger beroep van appellant is dan ook afgewezen en de aangevallen uitspraak is bevestigd. Er is geen aanleiding voor een veroordeling in de proceskosten.