Uitspraak
CAK
PROCESVERLOOP
OVERWEGINGEN
4 april 2013 de mail van 5 maart 2013 te beantwoorden.
Centrale Raad van Beroep
Op 28 mei 2014 deed de Centrale Raad van Beroep uitspraak in een hoger beroep tegen een besluit van het CAK. De zaak betreft de Wet tegemoetkoming chronisch zieken en gehandicapten (Wtcg) en de toekenning van een hoge algemene tegemoetkoming aan appellante over het jaar 2010. Appellante had eerder een besluit van het CAK ontvangen waarin een tegemoetkoming van € 510,- was toegekend. Echter, na het indienen van hoger beroep door mr. E.B. van Santen, trok appellante dit beroep in en verzocht het CAK te veroordelen in de proceskosten en de wettelijke rente over de niet betaalde tegemoetkoming. Het CAK diende een verweerschrift in, maar het onderzoek ter zitting werd met toestemming van partijen achterwege gelaten.
De Raad overwoog dat op basis van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) het bestuursorgaan kan worden veroordeeld tot schadevergoeding indien het beroep wordt ingetrokken omdat het bestuursorgaan tegemoet is gekomen aan de indiener. De Raad stelde vast dat het CAK bereid was de wettelijke rente te vergoeden, maar dat er geen aanleiding was voor vergoeding van proceskosten. Dit omdat appellante geen kosten had gemaakt die redelijkerwijs voor vergoeding in aanmerking kwamen, en de rechtbank in de eerdere uitspraak al had beslist over de proceskosten in de beroepsfase.
De Centrale Raad van Beroep besloot uiteindelijk CAK te veroordelen tot vergoeding van de schade, maar wees het verzoek om vergoeding van proceskosten af. De uitspraak werd gedaan door J. Brand, in tegenwoordigheid van griffier R.L. Rijnen, en werd openbaar uitgesproken op 28 mei 2014.