ECLI:NL:CRVB:2014:2072

Centrale Raad van Beroep

Datum uitspraak
28 mei 2014
Publicatiedatum
18 juni 2014
Zaaknummer
13-1963 WTCG
Instantie
Centrale Raad van Beroep
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Socialezekerheidsrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Hoger beroep tegen besluit CAK inzake tegemoetkoming chronisch zieken en gehandicapten

Op 28 mei 2014 deed de Centrale Raad van Beroep uitspraak in een hoger beroep tegen een besluit van het CAK. De zaak betreft de Wet tegemoetkoming chronisch zieken en gehandicapten (Wtcg) en de toekenning van een hoge algemene tegemoetkoming aan appellante over het jaar 2010. Appellante had eerder een besluit van het CAK ontvangen waarin een tegemoetkoming van € 510,- was toegekend. Echter, na het indienen van hoger beroep door mr. E.B. van Santen, trok appellante dit beroep in en verzocht het CAK te veroordelen in de proceskosten en de wettelijke rente over de niet betaalde tegemoetkoming. Het CAK diende een verweerschrift in, maar het onderzoek ter zitting werd met toestemming van partijen achterwege gelaten.

De Raad overwoog dat op basis van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) het bestuursorgaan kan worden veroordeeld tot schadevergoeding indien het beroep wordt ingetrokken omdat het bestuursorgaan tegemoet is gekomen aan de indiener. De Raad stelde vast dat het CAK bereid was de wettelijke rente te vergoeden, maar dat er geen aanleiding was voor vergoeding van proceskosten. Dit omdat appellante geen kosten had gemaakt die redelijkerwijs voor vergoeding in aanmerking kwamen, en de rechtbank in de eerdere uitspraak al had beslist over de proceskosten in de beroepsfase.

De Centrale Raad van Beroep besloot uiteindelijk CAK te veroordelen tot vergoeding van de schade, maar wees het verzoek om vergoeding van proceskosten af. De uitspraak werd gedaan door J. Brand, in tegenwoordigheid van griffier R.L. Rijnen, en werd openbaar uitgesproken op 28 mei 2014.

Uitspraak

Datum uitspraak: 28 mei 2014
13/1963 WTCG
Centrale Raad van Beroep
Enkelvoudige kamer
Uitspraak als bedoeld in de artikelen 8:73a, 8:75a en 8:108 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) in verband met het hoger beroep tegen de uitspraak van de rechtbank Noord-Nederland van 26 februari 2013, 12/1455 (aangevallen uitspraak)
Partijen:
[appellante] te [woonplaats] (appellante)

CAK

PROCESVERLOOP

Namens appellante heeft mr. E.B. van Santen hoger beroep ingesteld.
Bij besluit van 17 mei 2013 heeft CAK alsnog aan appellante op grond van de Wet tegemoetkoming chronisch zieken en gehandicapten over het jaar 2010 een hoge algemene tegemoetkoming van € 510,- toegekend.
Bij brief van 19 september 2013 heeft mr. Van Santen namens appellante het hoger beroep ingetrokken en gelijktijdig aan de Raad verzocht CAK te veroordelen in de proceskosten en de geleden schade in de vorm van de wettelijke rente over de ten onrechte niet betaalde tegemoetkoming.
CAK heeft op 16 december 2013 gebruik gemaakt van de gelegenheid een verweerschrift in te dienen.
Met toestemming van partijen is het onderzoek ter zitting achterwege gelaten. Vervolgens is het onderzoek gesloten.

OVERWEGINGEN

Artikel 8:73a, eerste lid, eerste volzin, van de Algemene wet bestuursrecht bepaalt dat in geval van intrekking van het beroep omdat het bestuursorgaan geheel of gedeeltelijk aan de indiener van het beroepschrift is tegemoetgekomen, het bestuursorgaan op verzoek van de indiener bij afzonderlijke uitspraak met toepassing van artikel 8:73 van de Awb kan worden veroordeeld tot vergoeding van de schade die de verzoeker lijdt.
Artikel 8:75a, eerste lid, eerste volzin, van de Awb bepaalt dat in geval van intrekking van het beroep omdat het bestuursorgaan geheel of gedeeltelijk aan de indiener van het beroepschrift is tegemoetgekomen, het bestuursorgaan op verzoek van de indiener bij afzonderlijke uitspraak met toepassing van artikel 8:75 van de Awb in de kosten kan worden veroordeeld.
Ingevolge artikel 8:108, eerste lid, van de Awb zijn deze bepalingen van overeenkomstige toepassing op het hoger beroep.
Schade
De Raad stelt vast dat CAK bereid is om de wettelijke rente over de ten onrechte niet betaalde hoge tegemoetkoming te vergoeden. Wat betreft de wijze waarop CAK de aan appellante verschuldigde wettelijke rente dient te berekenen, verwijst de Raad naar zijn uitspraak van
18 januari 2013, ECLI:NL:CRVB:2013:BY8815.
Proceskosten
Bij mail van 5 maart 2013 heeft de vader van appellante CAK op basis van informatie verkregen van het College van Zorgverzekeraars verzocht alsnog aan appellante een hoge algemene tegemoetkoming vorenbedoeld toe te kennen.
Bij mail van 24 maart 2013 heeft de vader van appellante CAK gemeld dat de termijn van hoger beroep tegen de aangevallen uitspraak op 8 april 2013 verloopt en verzocht uiterlijk
4 april 2013 de mail van 5 maart 2013 te beantwoorden.
CAK heeft de vader van appellante bij e-mail van 4 april 2013 bericht dat appellante op grond van gewijzigd beleid over het jaar 2010 in aanmerking voor een uitzondering komt en dat hij binnen zes weken een nieuwe beslissing op bezwaar zou ontvangen. Hoewel uit dit bericht volgt dat aan appellante over het jaar 2010 alsnog een hoge algemene tegemoetkoming zou worden toegekend, heeft mr. Van Santen op 9 april 2013 namens appellante hoger beroep tegen de aangevallen uitspraak ingesteld. Onder deze omstandigheden is wat de fase van het hoger beroep betreft geen sprake van kosten die appellante redelijkerwijs heeft moeten maken als bedoeld in artikel 8:75, eerste lid, van de Awb.
Er is evenmin aanleiding voor een veroordeling in de kosten die appellante in de beroepsfase heeft gemaakt, aangezien de rechtbank in de aangevallen uitspraak al een veroordeling in de kosten in die fase heeft uitgesproken.
Voor een veroordeling in de kosten die appellante in de bezwaarfase heeft gemaakt bestaat gelet op artikel 8:75 van de Awb in verbinding met artikel 7:15, derde lid, van de Awb geen aanleiding. Appellante heeft namelijk geen verzoek om vergoeding van die kosten ingediend voordat CAK op het bezwaar heeft beslist.

BESLISSING

De Centrale Raad van Beroep
- veroordeelt CAK tot vergoeding van schade als hiervoor aangegeven;
- wijst het verzoek om veroordeling van CAK in de proceskosten af.
Deze uitspraak is gedaan door J. Brand, in tegenwoordigheid van R.L. Rijnen als griffier.
De beslissing is uitgesproken in het openbaar op 28 mei 2014.
(getekend) J. Brand
(getekend) R.L. Rijnen

TM