ECLI:NL:CRVB:2014:1912
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- E.J.M. Heijs
- J.N.A. Bootsma
- K.J. Kraan
- Rechtspraak.nl
Ontslag wegens plichtsverzuim van een bevelvoerder bij de brandweer
In deze zaak gaat het om het hoger beroep van het dagelijks bestuur van de veiligheidsregio Zuid-Limburg tegen de uitspraak van de rechtbank Limburg. De zaak betreft het ontslag van betrokkene, die als bevelvoerder werkzaam was bij de brandweer, wegens ernstig plichtsverzuim. Het ontslag volgde op een incident in de nacht van 26 op 27 april 2010, waarbij betrokkene betrokken was. Appellant had betrokkene op 12 november 2010 ontslagen, maar dit besluit werd geschorst door de voorzieningenrechter. Vervolgens werd betrokkene op 21 oktober 2011 opnieuw ontslagen, maar ditmaal met een andere functie en bezoldiging. De rechtbank oordeelde dat het ontslag niet evenredig was aan het plichtsverzuim, maar het dagelijks bestuur ging in hoger beroep.
De Centrale Raad van Beroep heeft de zaak beoordeeld en geconcludeerd dat de opgelegde disciplinaire straf niet onevenredig is. De Raad oordeelde dat de aard en ernst van de verweten gedragingen, waaronder het niet handelen conform de richtlijnen en het toebrengen van letsel aan een slachtoffer, zwaarwegend zijn. De Raad benadrukte dat van een bevelvoerder verwacht mag worden dat hij in alle situaties zelfbeheersing toont. Het langdurige dienstverband en het minimale gevaar voor herhaling waren geen redenen om tot een ander oordeel te komen. De Raad vernietigde de uitspraak van de rechtbank en verklaarde het beroep tegen het bestreden besluit ongegrond.
De uitspraak werd gedaan door een meervoudige kamer van de Centrale Raad van Beroep, met E.J.M. Heijs als voorzitter. De beslissing werd openbaar uitgesproken op 5 juni 2014.