ECLI:NL:CRVB:2014:1909
Centrale Raad van Beroep
- Eerste aanleg - meervoudig
- A. Beuker-Tilstra
- R. Kooper
- B.J. van de Griend
- Rechtspraak.nl
Afwijzing aanvraag erkenning burger-oorlogsslachtoffer op basis van de Wet uitkeringen burger-oorlogsslachtoffers 1940-1945
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 5 juni 2014 uitspraak gedaan over de afwijzing van een aanvraag van appellant om erkend te worden als burger-oorlogsslachtoffer op basis van de Wet uitkeringen burger-oorlogsslachtoffers 1940-1945 (Wubo). Appellant, geboren in 1937 in het voormalige Nederlands-Indië, had in 1996 een aanvraag ingediend die in 1997 werd afgewezen. De afwijzing was gebaseerd op het ontbreken van bewijs dat appellant oorlogsgeweld had meegemaakt. Appellant heeft sindsdien meerdere keren geprobeerd deze beslissing te herzien, maar telkens zonder succes. De Raad heeft vastgesteld dat appellant geen nieuwe feiten of omstandigheden heeft aangedragen die de eerdere besluiten in een ander licht zouden plaatsen.
De Raad heeft het verzoek van appellant om herziening van de eerdere besluiten als terecht afgewezen gekwalificeerd. De Raad benadrukte dat de discretionaire bevoegdheid van verweerder om besluiten te herzien, alleen kan worden ingeroepen als er nieuwe relevante informatie wordt gepresenteerd. In dit geval heeft appellant geen gegevens of omstandigheden gepresenteerd die de eerdere afwijzingen konden onderbouwen of weerleggen. De Raad heeft ook opgemerkt dat de door appellant aangehaalde publicatie over de republikeinse kampen in Nederlands-Indië niet specifiek genoeg was om zijn claims te ondersteunen.
Uiteindelijk heeft de Centrale Raad van Beroep het beroep ongegrond verklaard, wat betekent dat de eerdere besluiten van de Pensioen- en Uitkeringsraad om de aanvraag van appellant af te wijzen, in stand blijven. De Raad heeft geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling, aangezien er geen bijzondere omstandigheden waren die dit rechtvaardigden.