ECLI:NL:CRVB:2014:1868
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Herziening en terugvordering van bijstand op basis van onrechtmatig huisbezoek en verbruikscijfers
In deze zaak gaat het om de herziening, verlaging en terugvordering van bijstand aan appellanten, die sinds 3 september 2008 bijstand ontvangen op grond van de Wet werk en bijstand (WWB). Naar aanleiding van een risicoanalyse heeft de gemeente Utrecht een onderzoek ingesteld naar de rechtmatigheid van de bijstandsverlening. Dit onderzoek leidde tot een huisbezoek op 27 oktober 2010, waarbij bevindingen werden gedaan die de gemeente deden besluiten de bijstand te herzien en terug te vorderen. Appellanten hebben in hoger beroep aangevoerd dat het huisbezoek onrechtmatig was, omdat er geen redelijke grond voor was en zij geen 'informed consent' hebben gegeven.
De Centrale Raad van Beroep oordeelt dat het college van burgemeester en wethouders niet op een rechtmatige wijze het huisbezoek heeft uitgevoerd. De Raad stelt vast dat de bevindingen van het huisbezoek niet mogen worden gebruikt bij de beoordeling van het recht op bijstand, omdat de toestemming van appellanten niet op een juiste manier is verkregen. De Raad concludeert dat het college onvoldoende feitelijke grondslag heeft voor de herziening en terugvordering van de bijstand. De aangevallen uitspraak van de rechtbank wordt vernietigd, het beroep van appellanten wordt gegrond verklaard en het besluit van het college wordt herroepen. Tevens wordt het college veroordeeld in de proceskosten van appellanten.