Uitspraak
OVERWEGINGEN
BESLISSING
- bevestigt de aangevallen uitspraak;
- veroordeelt het Uwv in de proceskosten van betrokkene in hoger beroep tot een bedrag van € 974,-;
- bepaalt dat van het Uwv een griffierecht van € 466,- wordt geheven.
Centrale Raad van Beroep
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 23 mei 2014 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen de beslissing van de rechtbank Zwolle-Lelystad. De zaak betreft de weigering van een WIA-uitkering aan betrokkene, die met rugklachten en psychische klachten sinds 25 november 2008 niet meer kon werken als timmerman. Appellant, de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen, had vastgesteld dat betrokkene op 23 november 2010 minder dan 35% arbeidsongeschikt was, en dit besluit werd in bezwaar door de rechtbank bevestigd. De rechtbank had een deskundige, revalidatiearts W. Hokken, benoemd om de belastbaarheid van betrokkene te onderzoeken. De deskundige concludeerde dat betrokkene op de datum in geding beperkingen had die hem verhinderden om meer dan vier uur per dag en twintig uur per week te werken. De rechtbank oordeelde dat de Functionele Mogelijkhedenlijst (FML) ten onrechte geen urenbeperking had opgenomen, en vernietigde het besluit van appellant.
In hoger beroep heeft appellant betoogd dat de deskundige niet voldoende rekening had gehouden met de interne en externe consistentie van de klachten van betrokkene. De Raad heeft echter geoordeeld dat de rechtbank terecht het deskundigenrapport heeft gevolgd, omdat dit rapport zorgvuldig en consistent was. De deskundige had overtuigend aangetoond dat de pijnklachten van betrokkene leidden tot energieverlies, wat een urenbeperking rechtvaardigde. De Raad heeft het hoger beroep van appellant verworpen en de uitspraak van de rechtbank bevestigd. Tevens is appellant veroordeeld in de proceskosten van betrokkene tot een bedrag van € 974,- en is er een griffierecht van € 466,- opgelegd.