ECLI:NL:CRVB:2014:1839
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- J.W. Schuttel
- R.E. Bakker
- E.W. Akkerman
- Rechtspraak.nl
Weigering van WIA-uitkering en beoordeling van medische beperkingen
In deze zaak gaat het om de weigering van een WIA-uitkering aan appellant, die als uitzendkracht in een magazijn werkte. Na een bedrijfsongeval op 1 september 2008 meldde appellant zich ziek. Na twee pogingen om zijn werkzaamheden te hervatten, viel hij opnieuw uit op 27 januari 2009 vanwege rug- en beenklachten. Appellant diende een aanvraag in voor een WIA-uitkering, maar het Uwv concludeerde op 17 december 2010 dat appellant met ingang van 25 januari 2011 minder dan 35% arbeidsongeschikt was. Het bezwaar van appellant tegen dit besluit werd ongegrond verklaard op 23 mei 2011.
De rechtbank Assen oordeelde in een eerdere uitspraak dat het Uwv een gebrek in het bestreden besluit moest herstellen en dat appellant niet als medische afzakker kon worden beschouwd. In hoger beroep betwistte appellant de medische grondslag van het besluit en voerde aan dat zijn beperkingen waren onderschat. Hij overhandigde psychiatrische en medische rapporten ter ondersteuning van zijn standpunt.
De Centrale Raad van Beroep bevestigde de uitspraak van de rechtbank. De Raad oordeelde dat de beschikbare medische gegevens geen aanleiding gaven om de door het Uwv aangenomen beperkingen als onvoldoende te bestempelen. De rapporten van de door appellant ingebrachte deskundigen gaven geen aanleiding voor het aannemen van zwaardere beperkingen. De Raad concludeerde dat appellant niet als medische afzakker kon worden beschouwd en dat de aangevallen uitspraak diende te worden bevestigd. Er was geen aanleiding voor een proceskostenvergoeding.