ECLI:NL:CRVB:2014:1805
Centrale Raad van Beroep
- Tussenuitspraak bestuurlijke lus
- J.F. Bandringa
- Y.J. Klik
- C.H. Rombouts
- Rechtspraak.nl
Tussenuitspraak over intrekking en terugvordering van bijstand op basis van onvoldoende bewijs van hoofdverblijf
In deze tussenuitspraak van de Centrale Raad van Beroep, gedateerd 27 mei 2014, wordt de intrekking en terugvordering van bijstand van appellant besproken. Appellant ontving sinds 15 april 2009 bijstand op basis van de Wet werk en bijstand (WWB) en stond ingeschreven op een uitkeringsadres in Delft. Na een melding van het Haags Economisch Interventie Team, dat appellant op een voorjaarsmarkt in 's-Gravenhage was aangetroffen, heeft de sociale recherche van de gemeente Delft een onderzoek ingesteld naar zijn woon- en leefsituatie. Dit onderzoek leidde tot de conclusie dat appellant in de periode van 1 juni 2009 tot en met 31 januari 2011 niet zijn hoofdverblijf had op het uitkeringsadres, wat resulteerde in de intrekking van zijn bijstand en de terugvordering van € 22.470,48.
De rechtbank verklaarde het beroep van appellant tegen het bestreden besluit ongegrond, maar appellant ging in hoger beroep. De Raad oordeelt dat de onderzoeksbevindingen van het college onvoldoende feitelijke grondslag bieden voor de conclusie dat appellant niet op het uitkeringsadres woonde. De Raad benadrukt dat de bewijslast bij het college ligt en dat het college niet voldoende bewijs heeft geleverd om de intrekking van de bijstand te rechtvaardigen. De verklaring van de getuige H, die stelde dat appellant slechts tijdelijk op het uitkeringsadres woonde, werd niet als voldoende bewijs beschouwd. De Raad concludeert dat de rechtbank het gebrek in het bestreden besluit niet heeft onderkend en dat het hoger beroep van appellant slaagt.
De Raad draagt het college op om binnen drie maanden het geconstateerde gebrek in het besluit te herstellen, zodat de rechtsgevolgen van het te vernietigen besluit niet in stand kunnen blijven. Deze uitspraak is gedaan door een meervoudige kamer, met J.F. Bandringa als voorzitter en Y.J. Klik en C.H. Rombouts als leden, in aanwezigheid van griffier S.K. Dekker.