ECLI:NL:CRVB:2014:1803
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- J.F. Bandringa
- Y.J. Klik
- C.H. Rombouts
- Rechtspraak.nl
Intrekking en terugvordering IOAZ-uitkering wegens schending inlichtingenverplichting
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 27 mei 2014 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank 's-Hertogenbosch. De zaak betreft de intrekking en terugvordering van een IOAZ-uitkering aan betrokkene, die als zelfstandige werkzaam was. De appellant, het college van burgemeester en wethouders van Uden, had de uitkering ingetrokken op basis van de schending van de inlichtingenverplichting door betrokkene. Betrokkene had niet de juiste informatie verstrekt over zijn werkzaamheden en de financiële middelen die hij ontving van [stichting 1].
De Raad heeft vastgesteld dat betrokkene op geld waardeerbare arbeid heeft verricht, maar niet in staat was om objectieve en verifieerbare gegevens te overleggen over de ontvangen betalingen. De rechtbank had eerder geoordeeld dat de schending van de inlichtingenverplichting niet automatisch leidde tot de conclusie dat het recht op uitkering niet kon worden vastgesteld. De Centrale Raad van Beroep heeft echter geoordeeld dat de appellant terecht de uitkering heeft ingetrokken, omdat de schending van de inlichtingenverplichting een zelfstandige grond vormt voor intrekking indien het recht op uitkering niet kan worden vastgesteld.
De Raad heeft de eerdere uitspraak van de rechtbank vernietigd en het beroep ongegrond verklaard. De Raad benadrukte dat het aan betrokkene was om aan te tonen dat hij recht had op de uitkering, wat hij niet heeft kunnen doen. De uitspraak bevestigt de noodzaak voor uitkeringsgerechtigden om transparant te zijn over hun werkzaamheden en inkomsten, en dat het niet voldoen aan de inlichtingenverplichting kan leiden tot ernstige gevolgen voor hun uitkeringsrecht.