ECLI:NL:CRVB:2014:1785
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- E.J.M. Heijs
- J.Th. Wolleswinkel
- C.H. Bangma
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van arbeidsongeschiktheid en korting op bezoldiging van een ambtenaar
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van appellante tegen de uitspraak van de rechtbank Rotterdam, waarin de korting op haar bezoldiging werd bevestigd. Appellante, werkzaam als leerkracht, had zich ziekgemeld vanwege psychische klachten en was in 2011 geconfronteerd met een korting van 30% op haar bezoldiging op grond van het Besluit ziekte en arbeidsongeschiktheid voor onderwijspersoneel. De stichting Bestuur Openbaar Onderwijs Rotterdam, haar werkgever, had deze korting doorgevoerd omdat zij van mening was dat appellante niet voldoende had bijgedragen aan de doelstellingen van de stichting en dat haar arbeidsongeschiktheid niet in overwegende mate het gevolg was van het handelen of nalaten van de werkgever.
De Centrale Raad van Beroep heeft in zijn uitspraak van 22 mei 2014 geoordeeld dat de rechtbank terecht had vastgesteld dat er geen sprake was van bijzondere factoren in de werkomstandigheden die de arbeidsongeschiktheid van appellante hadden veroorzaakt. De Raad oordeelde dat de directeur van de opleidingsschool niet onterecht had gehandeld in zijn kritiek op appellante en dat de omstandigheden waaronder appellante haar werkzaamheden verrichtte niet als buitensporig konden worden aangemerkt. De Raad benadrukte dat het aan appellante was om voldoende feiten aan te dragen ter onderbouwing van haar stelling dat er sprake was van buitensporige omstandigheden.
De Raad concludeerde dat de re-integratie-inspanningen van de stichting niet als onvoldoende konden worden gekwalificeerd en dat de psychische klachten van appellante niet in sterke mate waren veroorzaakt door de werkomstandigheden. Het hoger beroep van appellante werd afgewezen en de uitspraak van de rechtbank werd bevestigd. De Raad oordeelde dat er geen aanleiding was voor een veroordeling in de proceskosten.