ECLI:NL:CRVB:2014:1779
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- N.J. van Vulpen-Grootjans
- J.J.A. Kooijman
- W.J.A.M. van Brussel
- Rechtspraak.nl
Disciplinaire straf van onvoorwaardelijk ontslag wegens ernstig plichtsverzuim van een ambtenaar in dienst van Defensie
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 22 mei 2014 uitspraak gedaan in het hoger beroep van de Minister van Defensie tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Zeeland-West-Brabant. De zaak betreft de oplegging van een disciplinaire straf van onvoorwaardelijk ontslag aan een burgerambtenaar van Defensie, die zich schuldig had gemaakt aan ernstig plichtsverzuim door het bezitten en verspreiden van kinderpornografisch materiaal. De betrokkene had eerder aangifte gedaan van afpersing, maar tijdens het politieonderzoek werd kinderporno op zijn computer aangetroffen. De rechtbank had in eerste aanleg geoordeeld dat het ontslag niet evenredig was aan het gepleegde plichtsverzuim, maar de Centrale Raad van Beroep heeft deze uitspraak vernietigd. De Raad oordeelde dat de gedragingen van de betrokkene, hoewel in de privésfeer, een ernstige inbreuk op de integriteit en het vertrouwen in de defensieorganisatie met zich meebrachten. De langdurige onberispelijke staat van dienst van de betrokkene deed hier niet aan af. De Raad concludeerde dat de Minister van Defensie terecht het ontslag had opgelegd, gezien de ernst van de feiten en de impact op het aanzien van de krijgsmacht. De uitspraak van de rechtbank werd vernietigd en het beroep tegen het ontslagbesluit werd ongegrond verklaard.