ECLI:NL:CRVB:2014:1775
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake functiewaardering en inschaling van appellant in het ambtenarenrecht
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 22 mei 2014 uitspraak gedaan in het hoger beroep van appellant tegen de minister van Infrastructuur en Milieu. De zaak betreft de functiewaardering en inschaling van appellant, die in eerste instantie was ingedeeld in schaal 9. De Raad heeft eerder op 23 mei 2013 een tussenuitspraak gedaan, waarin de minister werd opgedragen om het bestreden besluit van 26 mei 2010 te voorzien van een nadere motivering. De minister heeft hierop gereageerd door een aanvullend besluit te nemen, maar appellant heeft zijn medewerking aan het onderzoek van het Expertisecentrum Organisatie en Personeel geweigerd, wat de situatie bemoeilijkte.
De Raad heeft vastgesteld dat de werkzaamheden van appellant voornamelijk onder de functie in schaal 9 vallen en dat zijn eenmalige ervaring als projectleider niet voldoende is om hem in schaal 10 in te delen. Het beroep van appellant op het gelijkheidsbeginsel is afgewezen, omdat de minister een zekere mate van keuzevrijheid heeft bij de indeling van functies. De Raad heeft geconcludeerd dat het bestreden besluit nu berust op een toereikende motivering en dat de rechtsgevolgen van het vernietigde besluit in stand blijven. De uitspraak leidt tot de vernietiging van de eerdere uitspraak van de rechtbank ‘s-Gravenhage en de minister is verplicht om het griffierecht aan appellant te vergoeden.