ECLI:NL:CRVB:2014:1767
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkverklaring bezwaar wegens niet verschoonbare termijnoverschrijding in zorgindicatie
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 16 mei 2014 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Oost-Nederland. De zaak betreft een niet-ontvankelijkverklaring van een bezwaar dat appellant had ingediend tegen een besluit van het Centrum indicatiestelling zorg (CIZ) van 15 juli 2010, waarin een indicatie voor zorg werd afgegeven. Appellant had op 15 augustus 2011 bezwaar gemaakt, maar dit bezwaar werd pas op 24 april 2012 door het CIZ ontvangen. Het CIZ verklaarde het bezwaar niet-ontvankelijk wegens een niet verschoonbare termijnoverschrijding. De rechtbank heeft het beroep tegen dit besluit ongegrond verklaard, omdat appellant niet aannemelijk had gemaakt dat hij eerder een bezwaarschrift had ingediend.
Appellant heeft in hoger beroep aangevoerd dat hij door een gedwongen opname in een psychiatrisch ziekenhuis niet in staat was om tijdig bezwaar te maken. De Raad heeft vastgesteld dat appellant buiten de geldende termijn bezwaar heeft gemaakt en dat hij bekend was met het besluit van 15 juli 2010. De argumenten van appellant over de reden van de termijnoverschrijding werden niet als verschoonbaar beschouwd. De Raad oordeelde dat appellant, ondanks zijn opname, met hulp van een predikant tijdig een bezwaarschrift had kunnen indienen.
Uiteindelijk heeft de Centrale Raad van Beroep de aangevallen uitspraak van de rechtbank bevestigd en het hoger beroep van appellant afgewezen. Er was geen aanleiding voor een veroordeling in de proceskosten.