ECLI:NL:CRVB:2014:1739
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- J.J.T. van den Corput
- J.S. van der Kolk
- D.J. van der Vos
- Rechtspraak.nl
Afwijzing herhaalde aanvraag om uitkering op basis van de Wet WIA zonder nieuwe feiten of veranderde omstandigheden
In deze zaak gaat het om een hoger beroep tegen de uitspraak van de rechtbank Arnhem van 23 februari 2012, waarin het beroep van appellant tegen een besluit van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv) ongegrond werd verklaard. Het Uwv had op 17 februari 2011 het bezwaar van appellant tegen een eerder besluit van 31 december 2010 ongegrond verklaard, omdat er volgens het Uwv geen nieuwe feiten of veranderde omstandigheden waren die een herbeoordeling rechtvaardigden. Appellant had in zijn aanvraag van 27 december 2010 en in de bezwaarfase geen nieuwe informatie aangedragen die zijn situatie zou kunnen veranderen.
De rechtbank oordeelde dat appellant ten onrechte geen nieuwe feiten of omstandigheden had gepresenteerd en dat zijn argumenten al eerder naar voren hadden kunnen worden gebracht in een bezwaarprocedure tegen een eerder besluit van 3 augustus 2010. In hoger beroep herhaalde appellant zijn standpunt dat het Uwv ten onrechte zijn bezwaar tegen het besluit van 3 augustus 2010 niet inhoudelijk had beoordeeld en dat de rechtbank dit had miskend.
De Centrale Raad van Beroep bevestigde de uitspraak van de rechtbank en oordeelde dat de rechtbank het juiste toetsingskader had gehanteerd. De Raad concludeerde dat appellant bij zijn herhaalde aanvraag geen nieuwe feiten of omstandigheden had gepresenteerd die een andere uitkomst rechtvaardigden. De Raad wees erop dat de ontkenning van appellant dat hij zijn bezwaar had ingetrokken, niet kon leiden tot het gewenste resultaat. De uitspraak werd openbaar uitgesproken op 21 mei 2014.