ECLI:NL:CRVB:2014:1667
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- J. Brand
- G. van Zeben-de Vries
- D.S. de Vries
- Rechtspraak.nl
Beëindiging en terugvordering van persoonsgebonden budget wegens verhuizing
In deze zaak gaat het om de beëindiging en terugvordering van een persoonsgebonden budget (pgb) dat aan appellante was toegekend op basis van de Wet maatschappelijke ondersteuning (WMO). Appellante had een pgb ontvangen voor hulp bij het huishouden, maar het college van burgemeester en wethouders van Borsele heeft dit budget beëindigd en teruggevorderd omdat appellante niet langer in de gemeente Borsele woonachtig zou zijn. De zaak is in hoger beroep behandeld door de Centrale Raad van Beroep, na een eerdere uitspraak van de rechtbank Middelburg.
De feiten van de zaak zijn als volgt: appellante heeft op 12 februari 2010 aan het college laten weten dat zij tijdelijk naar een andere woonplaats zou verhuizen. Het college heeft vervolgens op 6 mei 2010 besloten om de voorziening hulp bij het huishouden met terugwerkende kracht te beëindigen en heeft een bedrag van € 1.348,29 teruggevorderd. Appellante heeft tegen dit besluit bezwaar gemaakt, maar het college heeft dit bezwaar ongegrond verklaard.
De rechtbank heeft in haar uitspraak het standpunt van het college onderschreven en geoordeeld dat appellante met ingang van 13 februari 2010 niet langer in de gemeente Borsele woonachtig was. Appellante heeft in hoger beroep aangevoerd dat zij tot 6 mei 2010 ingeschreven stond in de gemeente Borsele, maar de Raad heeft deze stelling niet onderbouwd geacht. De Centrale Raad van Beroep heeft de overwegingen van de rechtbank overgenomen en bevestigd dat het college bevoegd was om de voorziening in te trekken en het pgb terug te vorderen.
De uitspraak van de Centrale Raad van Beroep bevestigt de eerdere uitspraak van de rechtbank en er is geen aanleiding voor een veroordeling in de proceskosten. De beslissing is openbaar uitgesproken op 14 mei 2014.